Dag 146 – “Back and forth” Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van dinsdag 8 december. Nieuwe klassen, nieuw leerjaar, “nieuwe leerlingen”, nieuwe onderwerpen, nieuwe boeken, nieuw rooster, nieuwe route, nieuw gebouw, nieuwe lokalen, nieuwe borden, “nieuwe baan”, nieuw contract, nieuwe werkomvang. Iets wat misschien een kleine verandering lijkt, heeft behoorlijk veel impact op mijn dagelijkse praktijk. Nu ben ik[…]
Dag 133 – “Back on the streets” Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van donderdag 19 november. Mijn fiets- en wandelleidinggevende is al een tijdje uit de running, zo gezegd. Toen dat plotseling gebeurde, was dat best even heftig. Het fundament van onze school viel opeens weg. Alle ontwikkelingen en het runnen van de school, waren op hem gebouwd. Aangezien[…]
Dag 54 – “Pressure” Met een partner die wel nog thuis moet werken krijg je toch regelmatig de vraag: “hoe laat ben je vandaag thuis?” Niet dat hij er iets aan heeft, hij moet immers gewoon werken. Het gevoel dat ik ook thuiswerk is ‘gezellig’. Alleen ben ik er steeds minder en minder en werden de dagen langer en langer.[…]
Herfst. Regen. Verzopen pubers in het lokaal. Regenbroek? Nee, mevrouw dat kan echt niet! En tegelijkertijd: “Mevrouw, mogen we de opdrachten bij de verwarming maken?” “Mevrouw, mag ik even mijn schoenen op de verwarming leggen?” Ik was zelf ook op de fiets, zonder regenbroek (ik begrijp ze wel). “Waarom bent u op de fiets, u heeft een auto!” “Ik dacht,[…]
J. (13 jaar) tegen klasgenoot tijdens interview: Hoe kan het dat jij zo snel fietst? Ik: Snel fietst? R. (13 jaar): Ja! Het is echt niet normaal. Als ze fietst is ze net een adelaar, zo snel. Ik: Ze lijkt op een adelaar? R.: Ja jeweetwel die hele snelle vogel die loopt. Ze lijkt dan op een struisvogel, ook goed.
J. (13 jaar) tegen klasgenoot tijdens interview: Hoe kan het dat jij zo snel fietst? Ik: Snel fietst? R. (13 jaar): Ja! Het is echt niet normaal. Als ze fietst is ze net een adelaar, zo snel. Ik: Ze lijkt op een adelaar? R.: Ja jeweetwel die hele snelle vogel die loopt. Ze lijkt dan op een struisvogel, ook goed.
S. (13 jaar) tegen mijn collega: Weet u dat u altijd omfietst? Docent: Hoezo dan? S.: Nou, mijn moeder heeft het opgemeten! Docent: Met een liniaal? S.: Nee dat niet, maar er is wel een kortere weg.
S. (13 jaar) tegen mijn collega: Weet u dat u altijd omfietst? Docent: Hoezo dan? S.: Nou, mijn moeder heeft het opgemeten! Docent: Met een liniaal? S.: Nee dat niet, maar er is wel een kortere weg.