Rijden voor het goede doel
De eerste pauze van de dag en ik loop al de hele tijd onrustig rond. Zitten lukte me niet en concentreren op een gesprek gaat ook moeilijk. Een uur daarvoor heb ik een personenbusje opgehaald bij een andere vestiging en straks ga ik met zes leerlingen op stap. Alleen op stap met de leerlingen is niet hetgene wat de onrust in mijn lijf veroorzaakt, voor het eerst rijden in een busje wel. Gelukkig heb ik een goede reden want het is letterlijk voor het goede doel. Samen gaan we op stap naar de kick-off van dance4life, een stichting waarvoor wij ons gaan inzetten voor de strijd tegen HIV en Aids.
Terwijl een collega mij verzekerd dat het niets voorstelt rijden in een busje, pak ik een broodje uit mijn tas, neem een hap en krijg hem nauwelijks door mijn keel. Dat heeft dus ook geen zin, broodje weer weg en de bel gaat alweer. De zes leerlingen verzamelen zich en we lopen naar de bus. We stappen in en een leerling merkt nu al een verschil op: “Mevrouw, het is wel gek, normaal bent u heel streng en ja…. Nu is het heel anders”.
Dat is blijkbaar niet het enige wat ze bespeuren want terwijl ik een giga spin van de binnenkant van het ruit verwijder vraagt dezelfde leerling “heeft u eigenlijk wel een rijbewijs?”. Wellicht heb ik dan een overeenkomst gevonden tussen honden en mijn leerlingen, ze ruiken angst. Terwijl ik de sleutel in het contact omdraai hangen er leerlingen uit de ramen om alles goed te kunnen zien, een groepje rijdt langs de bus en stoppen precies als ik achteruit weg wil rijden schuin achter het busje. Alle factoren voor een verschrikkelijke druk zijn aanwezig.
Ik geef nog geen gas en er roept er één “NEEEE mevrouw, er komt een bus aan”, voor het geval ik het niet gezien had. Ik draai soepel de inrit uit, ga mooi de rotonde over en sta plots heel ontspannen voor het stoplicht. Het navigatiesysteem geeft nog geen route aan dus volg ik mijn eigen plan. Het rijdt lekker door en voordat ik het weet haal ik alweer links in en kan ik ook de maximumsnelheid van 130 kilometer per uur behalen. Wat mij betreft: so far so good. De leerlingen denken er anders over en zijn nog bezig over of ik nou wel of geen rijbewijs heb. “Echt grappig als we nu aangehouden zouden worden” en ze liggen in een deuk. Als snel daarna komen de mobieltjes tevoorschijn, “mogen we eigenlijk op onze telefoon?”, en is het heerlijk rustig. Sterker nog sommige leerlingen hoor ik helemaal niet meer.
Totdat het navigatiesysteem aangeeft dat ik links moet aanhouden, maar eigenlijk bedoelde dat ik eerst rechts moest aanhouden en daarna pas links. Ik kijk naar het scherm, besef dat ik op de verkeerde baan rij en schiet naar de rechterbaan, netjes over de stippellijn en nog vóór het verdrijvingsvlak. “WOOW! Levensgevaarlijk!!! U rijdt echt le-vens-gevaarlijk!”. De verhalen zijn ook niet mild als we op de bestemming aankomen, een collega staat daar op ons te wachten en geeft aan dat ze het maar knap van mij vindt. Als ik haar vertel dat de rit goed ging vullen ze mij aan met “Nou ja goed… We zijn levend aangekomen”. Er ontstaat daarna een korte discussie of ik nou wel of niet over het verdrijvingsvlak reed (het goede antwoord is NIET!).
Op de terugweg zitten er andere leerlingen op bank voorin, zij mogen nu blijkbaar hun leven wagen, en zit de sfeer er lekker in. Hele verhalen over wat ze hebben meegemaakt en het muziekje van hun zojuist geleerde dans wordt op YouTube opgezocht en hard afgespeeld. Ik rij vijftig door de stad als een auto voor mij remt, ik rem ook en een leerling had dit niet verwacht en vliegt in haar gordel een stukje naar voren. Wat natuurlijk alleen maar een bevestiging is van wat ze al over mij hadden ontdekt. Desondanks blijft het gezellig in de bus. Normaal voelt het nog niet aan want “het is echt raar om bij u in de auto te zitten want u staat voor de klas”. En als je voor de klas staat kan je duidelijk niet rijden!
Bijna terug hebben de leerlingen een plan: “zullen we langs de Mac gaan?”. Tijdens hun verhalen over hoeveel geld ze bij zich hebben en hoeveel ze op hun rekening hebben staan heb ik het besluit al genomen. Als ik vraag hoe ik dan moet rijden kreeg ik het snelst gegeven antwoord ooit, “hier rechts en dan meteen weer rechts”. Ik sla rechtsaf en zij kletsen rustig door, tot het opeens stil wordt en er eentje roept: “Huh?!?! Gaan we echt naar de Mac?”.
Ik trakteer ze op iets kleins in ruil voor een groepsselfie. Eentje kan het niet laten om even van de glijbaan te gaan en ik spoor ze aan om weer weg te gaan. “Wat zullen die mensen wel niet gedacht hebben, vrouw met zes kinderen en allemaal hetzelfde Dance4Life t-shirt aan!”.
Twee dingen weet ik zeker. Één, dat zullen ze niet gedacht hebben en twee dit krijg ik nog lang te horen van leerlingen. Gelijk krijg ik want de dag daarna vragen er meerdere leerlingen waarom zij geen McFlurry hebben gekregen en wat ze moeten doen om er wel eentje te krijgen. En als ik één van die zes leerlingen vraag of ze ook even wil opletten kan een klasgenoot het niet laten: “Zij zal volgende keer geen McFlurry meer krijgen!”.