Bericht voor koningin Máxima

Mijn leerlingen zitten in een continue stress van keuzes maken. Kiezen met wie om te gaan en hoe, kiezen welke vakken je wel wilt houden en waarom, kiezen wat je later wilt worden, profiel kiezen, vervolgopleiding kiezen en zo gaat deze opsomming nog even door. Dat zorgt voor stress. Soms.

Hierdoor komen sommige gesprekken eens in de zoveel tijd weer terug. “Mevrouw, wanneer wist u dat u docent wilde worden?” Een bekende vraag die mij elke keer weer terug in de tijd gooit. Terug naar de tikje onzekere puber van toen, die een idee had wat ze wilde worden maar die stap niet durfde te nemen en daardoor zelf begon te geloven dat ze niet wist wat ze wilde worden.

“Zes vwo, dus toen ik zeventien of achttien was”. De leerling schrikt. Hij heeft niet zoveel tijd en hij heeft nog geen idee.
“Daarvoor wilde ik werken in een dierentuin.” Deze opmerking zorgt altijd voor hilariteit. Grappen over apen passeren de revue.
“Eigenlijk bent u dat nu ook wel geworden.”
“Klopt, ik leer jullie nu soms ook trucjes. Maar met het verschil dat ik jullie geen eten geef en jullie poep niet schep.”
“Tja, uw werk lijkt nu ook op leeuwen temmen.”
“En voelde ik mij meer dan eens voor de leeuwen gegooid!”

Ik herinner mij het moment van de beslissing nog goed, je familie vertellen dat je de keuze hebt gemaakt. Dit was nog moeilijker dan zelf erachter komen dat ik docent wilde worden. Mijn zus die hardop vroeg: “lijkt het je niet saai om elk jaar dezelfde dingen uit te leggen?”

Zo had ik het daarvoor nog nooit bekeken en ik schrok. Het hield mij niet tegen en het tegendeel is wel bewezen. Tegenwoordig ben ik blij als ik de materialen die ik heb ontwikkeld het jaar daarna nog kan gebruiken, so far dus met mijn angst voor ‘steeds maar hetzelfde te doen’. Verder had ik er niet naast kunnen zitten. Elk jaar, elke week, elke les en elke minuut is eigenlijk anders.

Door de kansen die zich voordeden en die ik heb gegrepen is mijn werk alles behalve saai en voorspel gebleken. Zo geef ik het ene uur wiskunde, het volgende NaSk en weer een uur later plots Frans. Schrijf ik het volgende moment een projectvoorstel, werk ik de begroting bij en geef ik mensen opdrachten om te zorgen dat we onze doelen behalen. Werk ik mijn reiskosten en te schrijven uren bij en dan zie ik een mailtje binnen komen, met als titel Maxima.

“Koninging Maxima opent de NOT op 24 januari. Wij zijn 24 januari met de leerlingenconferentie ook aanwezig in de Jaarbeurs. Misschien kunnen we Maxima vragen om langs te komen. Dit klinkt als een grap, maar we kunnen altijd een poging wagen.” Zo ga ik mijn weekend in, een filmpje maken voor onze koningin.

Mijn leerlingen zullen aanwezig zijn bij de leerlingconferentie in de Jaarbeurs van Utrecht, ze volgen hier workshops over mogelijke toepassingen in het onderwijs van de toekomst, ze geven hun mening en helpen zo de strategie van onze scholen vast te stellen. Mijn leerlingen zien kansen en hebben er zin in!

Maandag spreek ik na mijn laatste les af met mij leerlingen. Ze beginnen met de tekst te schrijven, maar dat gaat nog niet zo makkelijk als verwacht: “mevrouw, moeten we dan beste, lieve of geachte zeggen?”. Ze kiezen voor het eerste, dit past ze het best, “we zijn immers maar tieners.” Het script krijgt langzaam vorm en de manier van filmen is zo klaar. “We maken het gewoon als een soort flashmob, eentje loopt het lokaal in, de ander het lokaal uit en praat gewoon verder alsof er niets gebeurd is.”

“We moeten het wel een beetje enthousiast maken, misschien iets zeggen als ‘vet’.” “Nou dat mag jij zeggen hoor, dat krijg ik mijn strot niet uit.” En zo is de tekst ook al snel verdeeld.

Een uur later staan we op de gang. Ik sta een stukje verder en roep over de gang “3-2-1-actie”. Ze zijn niet snel tevreden, ze mogen over geen enkel woord struikelen en zo loop ik dat stukje zo’n vijftien keer. Andere leerlingen vragen zich hardop af wat wij nou weer aan het doen zijn. Ze laten niets los, het is hun geheime project.

Na een uur kan ik zeggen “it’s a wrap!”. De juf mag naar de montagetafel. Ik krijg de opdracht om hun filmpje nog wat verder toe te lichten en zo zit ik thuis met de camera op mezelf gericht. Ik monteer het tot een soepel geheel en stuur ze het op. Ik krijg al snel reactie: “Super leuk filmpje! Misschien kunnen we het ook promoten op Instagram en andere sociale media.” Tja, hoe krijgen we het ook daadwerkelijk bij de koningin, daar hadden we nog niet over gedacht! Een bezoekje aan de website van het Koninklijk Huis maakt duidelijk dat die alleen per post kan, niets mailen dus.

Zo komt het dat ik de volgende dag @NOTbeurs en @KoninklijkHuis tweet, een envelop schrijf met het adres van de koningin en nog een envelop (collega S.: “voor de koningin mag het adres wel iets netter geschreven worden”) en mailtjes stuur naar mensen die mij wellicht in contact kunnen brengen met de juiste mensen.

De envelop gaat op de bus, ik krijg al snel retweets en een mailtje terug: “Dank voor uw email. Ik ga uw verzoek doorsturen, maar kan geen toezeggingen doen. Veel succes met de voorbereidingen van de onderwijsconferentie.” Yes, het begin is er! Ik reken nergens op, maar hoe vet zou dit zijn voor mijn leerlingen en ja vet krijg ik in dit geval zeker wel mijn strot uit!

Saaie baan? Niets is minder waar!

Wie weet bereikt met de hulp van het internet het bericht van mijn leerlingen HM koningin Máxima en komt ze dinsdag even bij ons langs!

Benieuwd geworden naar het filmpje? https://youtu.be/H83nB-sZcMI

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *