Dit verhaal hoort bij vrijdag 25 september
Dag 99 – “Dromen zijn bedrog”
BAM! Vlammen! Mijn ogen schieten omhoog en ja, ik zie ze duidelijk. Recht voor me en mega groot. In één keer. Ik aarzel geen seconde en ga op zoek naar manieren om te blussen. Pas momenten later realiseer ik me dat ik geen idee heb hoe de leerlingen weg zijn gekomen, waar ze naartoe zijn en of iedereen oké is. Ik was totaal vergeten om ze op de juiste manier naar buiten te begeleiden, mijn volledige aandacht ging direct naar het vuur.
Zonder besef van tijd is het mij opeens gelukt het vuur te doven. Ik start opnieuw met mijn demonstratie van hoe je de brander op de juiste manier moet aansteken. Gek genoeg zie ik mijn leerlingen niet, maar ik weet dat ze er zijn. Terwijl ik begin met het aansteken van de brander hoor ik weer datzelfde geluid op een paar meter afstand. Ik kijk op. “Shit!”, weer op dezelfde plek is er brand uitgebroken. Ik snap er niets van, de brander staat daar niet eens. Het is echt meters verderop. Ik kijk nog eens en realiseer mij dat wat ik zie, helemaal niet lijkt op ‘mijn’ practicumlokaal. Ik kijk nog beter en ontdek dat er helemaal geen chaos is, geen leerling in het zicht. Voordat ik kon beginnen met blussen, realiseer ik me dat er iets niet klopt. Ik word wakker en kijk op de wekker, 2 uur. Nog een paar uur slaap te gaan, hopelijk.
Al jaren doe ik hetzelfde practicum met mijn leerlingen, normaal gesproken iets later in het jaar en niet als eerste practicum van hun schoolcarrière. Ik vertrouw ze, dus het zou goed komen. Toch hield het mij uit mijn slaap. Richting de start van het schooljaar heb ik wel eens een nachtmerrie over klassen die ik niet op orde krijg, leerlingen die mij compleet negeren, maar deze is nieuw.
Het is een relatief simpel practicum, ze leren de brander aansteken, de verschillende vlammen te krijgen en als ze tijd over hebben gaan ze een thermometer ijken met behulp van een bekerglas water wat ze moeten gaan koken. Onschuldig. Ze vinden het aansteken van de lucifers soms al spannend en ze luisteren echt wel braaf naar wat wel en niet mag.
Toch kan het misgaan, als bijvoorbeeld de driepoot verplaatst wordt waar het kokende water op staat. Exact dit gebeurde twee jaar geleden. Een traumatische ervaring voor de betreffende leerling, die, volgens mij, nog steeds een brandwond op haar been heeft. Ik heb geen idee of deze ervaring en de droom een direct verband hebben, maar het hield me toch bezig. Als ik de middag daarna de brander aansteek als voorbeeld voor de leerlingen kijk ik toch nog net iets schichtiger, alerter om mij heen.
Alles ging goed. De droom was bedrog. En toen ik wakker werd, stond mijn lokaal er gelukkig nog. Dromen komen gelukkig niet altijd uit.
Steeds als ik je zie lopen
dan gaat de hemel een klein beetje open.
Sterren, je laat ze verbleken
met je ogen die altijd stralen.
Jij kan de zon laten schijnen
want je loopt langs en de wolken verdwijnen
en als je lacht, lacht heel de wereld mee.
De meeste dromen zijn bedrog
maar als ik wakker wordt naast jou dan droom ik nog.
Ik voel je adem en zie je gezicht
je bent een droom die naast me ligt.
Je kijkt me aan en rekt je uit
een keer in de zoveel tijd komen dromen uit!
Jij moet me een ding beloven
laat me nog lang in mijn dromen geloven.
Zelfs als je even niet hier bent
blijf in mijn slaap dan bij me.
En als de zon weer gaat schijnen
laat dan dat beeld wat ik heb niet verdwijnen.
Als je zou gaan neem je mijn dromen mee.