Dag 33 – “A thing well made”
Maandagavond, het voelt als donderdag na een dag nadenken en praten over de (on)mogelijkheden van het openen van de school op 2 juni. Wat zijn de gegeven kaders, wat zijn onze eigen kaders. De mogelijkheden zijn eindeloos, en de onmogelijkheden misschien nog wel groter. Deze maandagavond voelt daarom niet als de eerste werkdag van de week, maar is wel reden om vooruit te kijken in de agenda.
De morgen brengt overleggen, aan één stuk door van negen tot drie uur. Praten, praten, praten en natuurlijk ook luisteren. Het voelt even alsof mijn werk uit niets anders bestaat, dit onderwerp overheerst ook in de afgelopen blogs. Toch is dat echt niet het enige wat ik gedaan heb, maar wel het enige wat ik tijdens schooltijd deed.
Mijn schoolleider stuurde een berichtje voor wat technische hulp, iets lukt hem niet en ik reageer met een kort “haha”. Geen tijd voor meer en ik moest inderdaad glimlachen. “Je lacht me uit hè?”. Het is waar, maar wie durft dat te zeggen tegen een leidinggevende? Ik wel, dus ik beken en vertel hem dat ik morgenochtend kijk, eerst mijn eigen werk afmaken vanavond.
Vanavond? Ja. Om kwart voor elf verstuur ik de laatste herkansing voor mijn eindexamenleerlingen naar de examencommissie, veel later dan hoorde maar toegestaan na aangevraagd uitstel. Een klus waar ik eigenlijk aan één stuk aan gewerkt heb vanaf vier uur vanmiddag. De enige pauze was eten naar binnen schuiven en af en toe de plaat van de platenspeler omdraaien of verwisselen.
Ik deed dit klusje niet aan mijn thuiswerkplek, niet op een stoel, niet aan een bureau. Werken buiten ‘werktijd’ (zo ver dit bestaat in mijn onderwijsland) doe ik nooit zoals het hoort, bij voorkeur lekker op de bank met de tv aan zodat het bijna niet als werken voelt. Zo hou ik het vol. ’s Middags stond daarom inderdaad de tv nog aan, maar ik had al snel door dat ik helemaal niet kon kijken tijdens deze klus. Netzoals een paar weken geleden toen ik na een dag werken 2 afleveringen van een serie had gekeken, ik had daar de hele dag over gedaan. Steeds startte ik ze opnieuw, spoelde ik weer wat terug, omdat ik weer eigenlijk alles gemist had. Niet gezien. Alleen oog voor het werk, voor het maken.
Zaterdag was het maken van herkansingen ook wat de klok sloeg, acht uur lang, achtereen. De zonnige tuin lonkte, maar de zon maakte het werk moeilijker en zo zat ik toch weer binnen op de bank. Te ploeteren, materiaal bij elkaar te zoeken, allerlei bronnen bij elkaar brengen zodat het samen de doelen dekt die je wil toetsen. Van de doelen, naar bronnen, naar vragen, van vragen naar een toets, van een toets naar een antwoordmodel en van dit pakketje naar een toetsmatrijs.
Het maken van een toetsmatrijs wil zeggen dat je een inschatting maakt van de vraagsoorten, kennis, inzicht, reproductie vaardigheden en productie vaardigheden. Misschien niet het meest eervolle klusje, niet iets waar je nog op wacht op het eind, niemand die er echt nog naar kijkt, maar eigenlijk het belangrijkste klusje. Het blijkt dan of de toets klopt, of hij in balans is, qua verdeling van de vraagsoorten en de punten over de verschillende onderwerpen.
Zo deed ik dit de afgelopen twee weken, vijf keer. In de vakantie (lesvrije periode), in het weekend, op deze avond. Dat klinkt zwaar en dat is het ook. Zwaar op een positieve manier. Ik was niet gemotiveerd omdat ik door de beperkte aantal herkansers al wist dat ik meer uur kwijt was aan het samenstellen van de toets dan alle leerlingen bij elkaar opgeteld doen over het maken van de toets. Toch kwam ik elke keer in de flow, het ging stromen, dingen kwamen bij elkaar en het klopte.
Je begint met een onderwerp en vindt zo allemaal vragen die de doelen dekken en nog precies passend op de pagina’s zoals je dat graag ziet. Je deelt een idee in je familieapp omdat het aansluit bij het beroep van je zwager en wordt zo door het gesprek dat ontstaat weer geïnspireerd met onderwerpen die er perfect bij passen, zonder dat ik dit direct zag. Door de flow ontstond dit en dat was anders nooit gelukt.
Ik sloot mijn laptop alle keren af met het idee. Het was goed. Ik mocht tevreden zijn. A thing well made. Ik kon op afstand er naar kijken en zien dat het goed was. De laptop kon uit, de plaat weer in de hoes. Mijn werk is klaar. Zo kwam er toch weer tijd voor het technische probleempje van de baas en de gesprekken van morgen. Het is goed zo.
To make a thing like that you’d need to know what you were about
You’d need to know where you were going
Go there in a straight line
And everything else you’d have to shut right out
Can you see the man who made that
Can you see him putting it down and standing back
Can you see the moment when he said
That’s it
That’s perfect
At a time like that
You wouldn’t care about your job
Or your mortgage
Or the fight you had with your wife cause
When a man holds a thing well made
When a man holds a thing well made
There’s connection
There’s completeness