Dag 2 – “I’ll be there for you”

Vanaf vandaag zijn de collega’s niet meer “verplicht” op school. Iedereen die graag live, analoge ondersteuning wilde in het digitaal werken en lesgeven mocht vandaag langskomen. Een groepje “vrijwilligers” was aanwezig om ze te helpen.

Na mijn bericht van gister kreeg ik veel lieve reacties, het werd mij duidelijk dat ondanks dat ik nu geen “lesgeef”, jullie wel heel benieuwd zijn naar wat ik doormaak. Ook als dat geen grappige puberverhalen zijn. Dus dat doe ik dan natuurlijk. Wie schrijft, die blijft, zeg maar. En blijven, dat willen we.

Mooie aanleiding om een blik te geven in de afgelopen dagen, een globaal beeld. Toen in december het virus werd aangekondigd in China was ik er niet echt mee bezig. Wel zag ik in mijn internationale, online community van docenten de eerste verhalen opduiken over “remote teaching” en “closing schools”. Het was nog een ver-van-mijn-bed-show, ik las zeker niet alles maar bleef het wel in de gaten houden.

Het virus kwam dichterbij, scholen ver van huis hadden al weken, dan niet maanden met gesloten scholen te maken. Scholen dichterbij huis begonnen de deuren ook te sluiten. Het aantal berichtjes in de community namen exponentieel toe, het viel niet meer allemaal te lezen. Ik besloot wel aangehaakt te blijven, een beetje, voor het geval dat.

Toen was het vorige week en was het grootste gedeelte van Nederland nog zijn nuchtere zelf, totdat de eerste “echte” maatregelen op donderdag werden aangekondigd. Toen had je twee groepen, de nuchtere en de hamsteraars. De scholen bleven open, maar er ontstond een luid protest. Ik hoorde bij dat kleine (?) groepje docenten, die de beslissing eigenlijk wel begreep. Toch rekende ik er niet op dat het lang meer zou duren, op vrijdag en zaterdag had ik contact met mijn schoolleider en spraken over “als we de dinsdag halen” en wat we dan met het team dinsdag (onze potentiële vergaderdag) konden doen om ons voor te bereiden.

Later op de zaterdag voelde ik al dat we de dinsdag waarschijnlijk niet “gingen halen”. Zaterdagavond had ik bijna de hele avond via de Whatsapp met twee collega’s waarmee ik samenwerk op het hoofdkantoor van onze scholengroep, onze stichting. We waren een strijdplan aan het maken, we wisten dat men met onze rol zouden aankijken als het zover was.

Op zondag stond ik op tijd op om een halve dag aan een adviesdocument te werken voor het bestuur van onze hele organisatie, niet alleen mijn locatie. De rest van de dag besteedde ik aan het advies om te schrijven naar een plan voor “mijn” eigen locatie. Zonder er veel woorden aan vuil te maken gaf de chef mij fiat om chef te zijn in dit geval, zonder de mogelijke gevolgen te hoeven dragen. Hij schreef letterlijk: “bedenk dat het niet jouw verantwoordelijkheid is, ik ga benadrukken dat we dit samen moeten doen. Als jij het wil, wil ik graag dat jij the lead neemt maar het is aan mij om aan te geven wat iedereen van jou mag verwachten.” Genoeg motivatie om de zondagavond te werken aan een presentatie voor de volgende ochtend, want inmiddels was de kogel door de kerk. Maandagochtend geen leerlingen. Heel maart geen leerlingen meer.

Hij vroeg collega’s om zich bij ons te voegen, formeerde een werkgroep en aan hen presenteerde ik maandagochtend mijn plan, mijn presentatie. Samen namen we beslissingen en werd het (hoop ik althans) óns plan. Een kleine drie uur laten kwam de rest van het team, gaf mijn schoolleider de inleiding en presenteerde ik ons plan, gebaseerd op de ervaringen uit de andere landen en onze kennis van ons team. Daarnaast gaf ik als afsluiting ook nog wat instructie over het digitaal samenwerken, waar wij verder dan mailen eigenlijk nog weinig gedaan hadden.

Er hing een positieve sfeer, mensen wilden wel aanpakken, ook was er spanning door/voor het onbekende. We weten nog niet hoe onze dagen er precies uit gaan zien, wel weten we wat we willen doen en hadden we tijd om dat vorm te geven. De collega’s gingen uiteen, en aan de slag. Velen hadden liever lesgegeven, maar deden wat nodig was. Een andere collega vond het fijn, ondanks de omstandigheden, dat dit gebeurd was. Nu kon ze de focus leggen op wat vernieuwing zonder de afleiding van het reguliere lesrooster, zij vond een stukje rust. En dat terwijl juist voor haar de berg heel hoog lijkt.

We wilden de dinsdag beginnen met workshops om de collega’s klaar te stomen voor de nieuwe digitale werkelijkheid. Maar we wisten niet wat Rutte maandagavond zou zeggen, wat als er een lockdown zou komen? We besloten de dinsdag facultatief te maken en voor de mensen die echt een workshop wilde dit digitaal aan te gaan bieden. Ik ging dus vanmorgen naar school, niet wetende wat ik zou doen die dag.

Ik kwam bewust eerder om “gewoon” wat werk te doen, brieven schrijven voor leerlingen bijvoorbeeld. En later druppelden de analoge vragen binnen, men stapte het kantoortje binnen waar ik met mijn collega vertoefde. Ook digitaal liepen de berichtjes met vragen ’s ochtends goed, in onze digitale omgeving waar ze 24 uur geleden nog nooit in hadden gewerkt. Ik was trots. Maar ook verbaasd dat de workshops schijnbaar niet nodig waren (nog). De focus lag nu nog op de eerste lesinhoud klaar zetten. Collega’s vullen een format studiewijzer in, waar aan de elementen van een les gedacht is. Eenheid in de vorm van de studiewijzer, persoonlijke invulling aan de inhoud. Met deze studiewijzers kunnen de leerlingen vanaf morgen (examenklassen) en overmorgen (de rest) aan de slag.

Op een gegeven moment was er een “wachtrij” toen ik even thee ging pakken en ik meerdere vragenstellers tegelijk tegenkwam maar voor de rest liep het gestroomlijnd. Midden op de dag bijpraten met mijn collega’s van het hoofdkantoor (uiteraard via conference call, mijn collega’s keken hun ogen uit naar hoe gemakkelijk dat ging, en hoe gek het er toch uit ziet, zo in de aula), daarna mijn eigen studiewijzers aanleveren (ik was nog op tijd) en stukken opgesteld door een werkgroep op het hoofdkantoor voorzien van volledige feedback zodat dit nog meegenomen kon worden voor verspreiding onder alle schoolleiders van onze meer dan 20 locaties.

En dan is het zo na 4-en en vonden ook wij dat we het verdiend hadden om de deur dicht te trekken, thuis nog wat vragen beantwoorden en de “ik wil je echt niet te vaak storen” en “dit wordt echt mijn laatste vraag” wegwuivend. “Daar zijn we voor, geen zorgen”, werd mijn vaste reactie. Dan nog wat laatste stukken bijwerken, wat berichtjes plaatsen, de vergaderlijst van onze werkgroep bijwerken en klaar voor mijn series op de bank.

Toen ik vanmorgen opstond en voor mijn kast een keuze maakte van t-shirt koos ik voor een shirt met “I’ll be there for you” en dat paste voor mij ook echt mooi bij de dag. Het voelde niet als hard werken, maar het leest als een werkweek. Ik hoop er, op mijn manier, voor mijn collega’s te zijn geweest en op die manier voor mijn leerlingen, hun ouders, de collega’s van andere locaties en uiteindelijk zelfs de maatschappij. Zelfs al is het maar een klein beetje, I’ll be there for them!

En als je dan vraagt naar mijn hoogtepunt van de dag? De beslissing dat ik morgen weer naar het kantoortje toe mag om met die paar collega’s verder te werken. En dat het op dag 3 mijn beurt is om koeken mee te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *