Robots

De vakantie is voorbij, drie weken geleden kwam ik terug van mijn vakantieadres, maar vandaag was de vakantie pas voorbij. Rondlummelen, dat was activiteit nummer één de afgelopen drie weken. Ontspannen en opladen voor het nieuwe jaar, daar ging het om.

Vandaag de startbijeenkomst, die later begon dat afgesproken (we kwamen niet te laat, maar kletsten gewoon door, we zijn net leerlingen), vervolgens puntjes op de i zetten voor de introductieprogramma’s van de leerlingen die deze middag weer op de stoep zouden staan, gezamenlijk lunchen en toen vertrok ik naar een andere vestiging voor een lange sessie van viereneenhalf uur vergaderen. Geen leerling gezien, toch weer veel geleerd en gelachen en dus tijd om mijn levenslessen uit mijn onderwijsbestaan te delen met de wereld.

Anderhalf uur. Zo lang duurde het. Zo veel (weinig eigenlijk) tijd had ik nodig om het gevoel te hebben dat de vakantie alweer ver achter ons lag. Dat klinkt misschien erg negatief, pessimistisch en weinig opbeurend maar tóch bedoel ik het positief. Ik wilde graag weer werken, al leek halve dagen voor hetzelfde salaris mij ook wel leuk (best of both worlds), en na anderhalfuur was alles weer vertrouwd. Het contact met de collega’s voelde niet alsof we een pauze hadden gehad van zes weke , lol met hoofdletters vanaf minuut één. Iedereen wist wat hij te doen had en kon aan de slag. Een geoliede machine, en soepel lopend rad, automatische piloot, onderwijsrobots (wederom in de positieve zin van het woord!!).

Het apparaat Milou liep binnen de schoolmuren veel soepeler dan thuis vanaf de bank de afgelopen weken. Want ik moet eerlijk bekennen ik moest al eerder beginnen met werken, omdat ik ook werk doe voor andere regio’s moest ik al twee weken eerder beginnen. Niet soepel, niet geolied, niet automatisch, niet zo efficiënt als een robot. Te beginnen wist ik mijn wachtwoord niet meer en kon ik dus niet inloggen op mijn laptop of bij mijn bestanden komen. Excel op de iPad vond ik niet goed genoeg en bleef het dus bij veel mailen. Het probleem werd uiteraard uiteindelijk opgelost nadat ik veel later dan moest om een oplossing vroeg.

Mijn eerste taak was losse eindjes weer oppakken die tijdens de eindejaarsstress waren blijven liggen, in tegenstelling tot andere bedrijven hebben wij dit moment twee keer per jaar, in december en in juli. Ik ben verantwoordelijk voor een soort rondreizend circus van technische ontwikkelingen die geschikt zijn voor het onderwijs, een aantal van de vestigingen krijgen bezoek van “het circus” waarbij de leerlingen en docenten dan workshops volgen met programmeerbaar lego, het maken van stopmotionfilmpjes met lego, 3D ontwerpen en 3D printen en het programmeren van een vrolijke robot.

Door de losse eindjes lukte het mij maar tenauwernood om de zaken op tijd te regelen, opstartproblemen. Het rad liep nog niet soepel, automatische piloot stond nog uit. En vorige week maandag was het circus opgebouwd ergens ten zuiden van Rotterdam en was het mijn taak om te kijken of alles op rolletjes, soepel, automatisch als een goed geprogrammeerde robot liep. En dat deed het. Slechts kleine dingetjes, ontbrekende informatie over groepsgroottes en ontbrekende muizen, moest ik oplossen (met succes). Langer in de auto dan dat ik nuttig werk kon verrichten en toch is zo’n bezoek de moeite waard.

Ik bezocht één van de workshops en de expert besprak net met de groep wat het nut van robots is en waar we ze allemaal tegen komen tegenwoordig. De groep moest nog even op gang komen, het liep nog niet soepel, niet automatisch. De begeleidende docent deed een duit in het zakje. “Nou misschien hebben jullie thuis wel automatische mestverdelers, automatische voederapparaten of melkrobots.” Wat kan ik zeggen, er schoot veel door mijn hoofd. Als eerste, is elke leerling dan kind van een boer hier? En ten tweede, vast een docent die een “groen” vak geeft (na de workshop zag ik hem met een kruiwagen lopen dus het zou zomaar kunnen kloppen).

De leerlingen begrepen het idee en kwamen op gang. Ze waren juist geprogrammeerd.
“Weten jullie nog andere voorbeelden?”
“Mijn broertje, die laat ik alles doen wat ik wil!”
“Ja! Je hebt toch van die automatische grasmaaiers?”

Het gesprek komt op hoe deze dan geprogrammeerd worden en wat het nut hiervan is. Het brengt de betreffende docent Groen op een idee: “als jullie moeder thuis komt van haar werk wil ze ook het liefste niets doen, maar ze moet eerst koken en dan nog het huis stofzuigen” – ik voelde mijn nekharen overeind komen maar liet het gaan omdat ik te gast was – “zij zou dat werk ook door een robotstofzuiger kunnen laten doen.”

Terwijl zij het weer over programmeren hebben hoor ik de expert zeggen dat een robot nooit iets doet wat de mens niet tegen hem heeft gezegd (een paar nachten later moet ik daar aan denken als ik wakker word omdat mijn robotstofzuiger besluit in plaats van de voorgeprogrammeerde vier ’s middags om voor mijn gevoel midden in de nacht de klus te klaren – half zes zondagochtend).

Bij een jongen valt dan pas echt het kwartje (of het twintigeurocentmuntje):
“ik weet nog een voorbeeld: mijn moeder!”

Tja… een lastige start, maar eindelijk komt het apparaat weer op gang. De leerling tovert een lach op mijn gezicht, het rad loopt weer soepel, de automatische piloot is opgestart en de robot is goed geprogrammeerd. Ik ben klaar voor een nieuw schooljaar vol met onbewuste en bewuste humor van mijn (en dus ook andermans) leerlingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *