Een docent is altijd aan het werk
Donderdagavond. Ik zit op de bank, tv aan, laptop en iPad op schoot, telefoon naast mij en Apple Watch om mijn pols. De kat die naast mij ligt te snurken begint te blazen als ik een verkeerde beweging maak waardoor ik weer verder kan werken op mijn toetsenbord. Ik stuur een mail naar mijn leidinggevende, sort of speak. Ik open Twitter en stel een vraag aan mijn netwerk. Voel van alles trillen, ze heeft alweer gereageerd, ik stuur weer wat terug. Ondertussen zie ik tweets binnen komen als reactie op mijn vraag, reacties van docenten ergens uit Nederland. Er komt weer een mail binnen en ik mail terug: “is er ook ooit een moment waarop jij niet werkt?”
Ik grinnik, van binnen weliswaar anders wordt de kat weer boos. Slechts een paar maanden geleden was dit ook op donderdagavond onderwerp van gesprek. Slechts enkele minuten voor half acht loop ik het terrein van mijn hockeyclub op met mijn telefoon strak in mijn hand, mijn training begint bijna. Ik snel naar het veld en neem plaats in de dug-out. De rest van het team begint met de warming-up en ik zeg ik moet écht nog even dit mailtje afmaken. Werk? Ja… “Ontvang jij jouw werkmail op je eigen telefoon?”
De vraag zet mij aan het denken en na afloop van de training komt het onderwerp terug. “Niemand van mijn collega’s leest zijn mail na werktijd, echt niemand.”, legt ze uit. Ik kijk verbaasd op, wist niet dat het bestond. Meerdere mensen knikken instemmend. Ik bedenk mij alle mailtjes die ik afgelopen week heb ontvangen en besef mij dat het merendeel na werktijd is verstuurd en vraag mij af of er voor docenten zoiets bestaat als ‘na werktijd’.
Als ik in het dorp loop kom ik leerlingen tegen, die mij soms ontwijken, doen alsof ze mij niet zien of anders gedag zeggen. Ik kom ouders van leerlingen tegen en maak praatjes over school en hun kind. Ik zit bij de kapper en er wordt mij van alles gevraagd over hoe dingen georganiseerd zijn bij ons op school. Als ik ergens jongeren iets zie doen wat niet hoort, mijn dorp of heel ergens anders op de wereld, moet ik op mijn lip bijten om niet de juf uit te hangen. Zij kennen mij immers niet als de autoriteit Juf. Na werktijd kom ik thuis, open mijn mail op de iPad, bereid lessen voor en kijk toetsen na. Als ik het zo bekijk lijkt het alsof docenten gewoon altijd aan het werk zijn.
Ik werk fulltime, van deze officieel tien dagdelen sta ik er zes voor de klas. Een plek waar voor nakijken en mailen niet altijd ruimte, tijd en energie voor is. Echt mailen met ouders, collega’s en anderen doe je dus buiten de lestijden. Als je tot half vier lesgeeft, heb je daarna dus nog een kleine anderhalf uur tot het einde van de officiële werkdag. Dat is niet genoeg voor mij, het voelt alsof ik wel moet verder werken thuis om alles af te krijgen.
Ik klaag niet, dit hoort er bij en we compenseren deze tijd in rustigere tijden zoals de zomer. Ik had er alleen nooit bij stilgestaan dat wat voor mij zó normaal is, voor anderen heel raar is. Zelden denk ik bij een mailtje, “morgen weer een dag” zoals mijn teamgenootje zei, dan sta ik immers weer met mijn volle aandacht voor een groep van 25 á 30 pubers.
Vanmorgen las ik in de krant, wat zeg ik, ik heb geen abonnement op een krant. Vanmorgen las ik via Facebook op de pagina van een krant een artikel over het overnemen van een wet in Frankrijk. Een politieke partij in Nederland, ik dacht PvdA, zag dit wel zitten: “sta personeel toe onbereikbaar te zijn buiten werktijd”. Ik moet denken aan het verhaal van een collega, ze ontving vrijdag op het eind van de middag een verzoek tot reageren per mail. Op zondagavond ontvangt ze van dezelfde collega een kribbige mail dat als er voor maandag niet gereageerd wordt hij er van uit gaat dat ze akkoord is met zijn voorstel. Zij leest dit en kan haar gevoel enkel omschrijf als flabbergasted, gewoon omdat dit woord het gevoel zo goed omschrijft.
Een collega had een mail ontvangen van de teamleider met een opdracht die maandag uitgevoerd moet worden, hij stuurt hem naar mij door omdat hij er maandag niet is. Ik las het op zaterdag, maar reageerde niet. Op zondag ontvang ik een Whatsapp of ik het wil doen, zodat hij de ouders van de leerling dit kan toezeggen. Ik had allang besloten het maandag voor hem te regelen maar ik appte niet terug. Babysteps, meer zijn het niet. Maar het zijn stappen van zelfbescherming. Ik ben altijd bereikbaar, maar moet ik dan ook altijd reageren? Wel neem ik diezelfde avond de telefoon aan als een collega een luisterend oor nodig heeft. Prioriteiten heet dat.
Ergens staat bij ons op school beschreven dat wij binnen 24 uur reageren op mails. Weer ergens anders staat beschreven dat we niet mogen verwachten van een collega dat hij buiten kantooruren bereikbaar is. Het eerste doen wij niet allemaal, het tweede doen we daarentegen weer wel. Ja, ook docenten hebben nog veel te leren. Want je wilt niet weten hoe vaak ik het mee maak van collega’s binnen onze organisatie dat ik helemaal geen reactie ontvang, maakt niet eens uit in welke rang.
Ondertussen heb ik alweer drie mails ontvangen, daar ga ik nu op reageren zodat ik dat morgen niet meer hoef te doen. En dan schiet de laatste gedachte bij mij binnen, zo gek doe ik het nog niet.
ps. Nee, weer geen leerlinguitspraken en andere verhalen uit mijn lokaal. Donderdag bestaat namelijk uit twee van de vier dagdelen waarop ik geen les geef.