Dit verhaal hoort bij donderdag 10 september Dag 88 – “There is no time” Soms word je ingehaald door je eigen to-do-lijst. Baal je als mensen je een reminder sturen, terwijl je er in gedachte echt wel mee bezig bent. Werk je uren maar lijk je niets te doen. Soms wordt de lijst niet korter. Ik voel mijn gedachten verhitten,[…]
Tag: zin
De leerlingen zitten op hun plek en ik loop mijn gebruikelijke rondje voor een praatje en een subtiele motivatie of hint dat ze hun spullen uit hun tas moeten pakken. Ik loop langs N. (16 jaar), zijn tafel helemaal leeg, behalve de schilletjes van de mandarijn die hij op dat moment aan het schillen is. Netjes op het hoekje van[…]
Evalueren. Een belangrijk deel van het leerproces. In mijn lessen evalueren ze na een grote opdracht door een formulier met vragen in te vullen. Ik geef wat tips over het goed evalueren: “Bedenk, een goede zin bestaat hier niet uit drie woorden.” Leerling J. (12 jaar) steekt zijn vinger op, maar wil toch niets zeggen: “Nee, laat maar. Dit is[…]
Leerling S. (14 jaar): “Ik heb geen zin om de toetsjes te doen. Dus wat kan ik nu doen? Heb alles al gedaan!” Ik: “Behalve de toetsjes.” Leerling S.: “Maar daar heb ik geen zin in.” Ik: “Soms moet je dingen doen op school en in het leven waar je geen zin in hebt.” Leerling S.: “Ik niet.”
Halverwege de les, leerling S. (14 jaar): “Mevrouw, ik heb geen zin meer om te werken” stilte. Leerling S. grijpt plots naar elleboog: “Ik denk dat mijn elleboog gebroken is.” Ik: “Dus daarom heb je geen zin meer om te werken?” Leerling S.: “Nee.”
Weet u, ik heb echt zin in de volgende SO, ik weet niet waarom. Leerling B. (12 jaar)
Weet u, ik heb echt zin in de volgende SO, ik weet niet waarom. Leerling B. (12 jaar)
Voorzeggen
Docent: We doen eerst één zin samen en daarna ga je in je groepje aan de slag. Het groepje dat het beste scoort krijgt een traktatie. O., hoe moet het werkwoord in de tweede zin vervoegd worden? Leerling O. (14 jaar): Ja… Dat ga ik niet voorzeggen, dan weet de rest ook het antwoord.
Voorzeggen
Docent: We doen eerst één zin samen en daarna ga je in je groepje aan de slag. Het groepje dat het beste scoort krijgt een traktatie. O., hoe moet het werkwoord in de tweede zin vervoegd worden? Leerling O. (14 jaar): Ja… Dat ga ik niet voorzeggen, dan weet de rest ook het antwoord.
Mevrouw, meestal ben ik wel écht van plan om mijn opdrachten te maken. Maar soms… Tja… Dan heb ik er gewoon geen zin in. D. (14 jaar)
Mevrouw, meestal ben ik wel écht van plan om mijn opdrachten te maken. Maar soms… Tja… Dan heb ik er gewoon geen zin in. D. (14 jaar)