Leerling B. (12 jaar) wijst naar een vraag op de toets: Wat is deze? Ik: Daar kan ik geen antwoord op geven. Leerling B.: Maar ík weet het antwoord niet!!!
Tag: voorzeggen
Leerling B. (12 jaar) wijst naar een vraag op de toets: Wat is deze? Ik: Daar kan ik geen antwoord op geven. Leerling B.: Maar ík weet het antwoord niet!!!
Voorzeggen
Docent: We doen eerst één zin samen en daarna ga je in je groepje aan de slag. Het groepje dat het beste scoort krijgt een traktatie. O., hoe moet het werkwoord in de tweede zin vervoegd worden? Leerling O. (14 jaar): Ja… Dat ga ik niet voorzeggen, dan weet de rest ook het antwoord.
Voorzeggen
Docent: We doen eerst één zin samen en daarna ga je in je groepje aan de slag. Het groepje dat het beste scoort krijgt een traktatie. O., hoe moet het werkwoord in de tweede zin vervoegd worden? Leerling O. (14 jaar): Ja… Dat ga ik niet voorzeggen, dan weet de rest ook het antwoord.
Domme juf
L. (14 jaar) vlak voor toets: Als je verziend bent, moet je dan bolle of holle lenzen? Ik: Zoek het op in je boek, nu kan het nog! J. (14 jaar): Hoezo? U hoort het ook gewoon te weten!
Domme juf
L. (14 jaar) vlak voor toets: Als je verziend bent, moet je dan bolle of holle lenzen? Ik: Zoek het op in je boek, nu kan het nog! J. (14 jaar): Hoezo? U hoort het ook gewoon te weten!
Voorzeggen
R. (13 jaar) tijdens een toets: Hoe zit het ook alweer met dat delen? Ik: Dat kan ik niet zeggen. R.: Weet u het ook niet?
Voorzeggen
R. (13 jaar) tijdens een toets: Hoe zit het ook alweer met dat delen? Ik: Dat kan ik niet zeggen. R.: Weet u het ook niet?