Leerling: Mevrouw, bent u vriendinnen met mevrouw Y.? Ik: We kunnen het goed vinden, ja. Leerling: Maar wat zocht u dan?
Ga verder met lezen …
Leerling: Mevrouw, bent u vriendinnen met mevrouw Y.? Ik: We kunnen het goed vinden, ja. Leerling: Maar wat zocht u dan?
Leerling: Mevrouw, bent u vriendinnen met mevrouw Y.? Ik: We kunnen het goed vinden, ja. Leerling: Maar wat zocht u dan?
Leerling: Weet u waar meneer P. is? O. (14 jaar): Die hebben we opgegeten, die ga je niet vinden dus.
Leerling: Weet u waar meneer P. is? O. (14 jaar): Die hebben we opgegeten, die ga je niet vinden dus.
Ik: Heb je de medailles die je nodig hebt gevonden in de winkel gisteren? M. (13 jaar): Nee, ik heb ze daar gekocht.
Ik: Heb je de medailles die je nodig hebt gevonden in de winkel gisteren? M. (13 jaar): Nee, ik heb ze daar gekocht.