Leerling R. (13 jaar) zit heel zachtjes in zichzelf te vloeken. Ik onderbreek mijn uitleg: R., let op je taalgebruik. Leerling R.: Sorry mevrouw. Leerling R. mompelt er achteraan: Hoe kan ze dat ooit horen. Ik: Helaas, ik hoor alles. Dat ben je ondertussen toch wel gewend? Leerling L. (13 jaar): Simpel. Ze heeft vleermuisoren.
Leerling R. (13 jaar) zit heel zachtjes in zichzelf te vloeken. Ik onderbreek mijn uitleg: R., let op je taalgebruik. Leerling R.: Sorry mevrouw. Leerling R. mompelt er achteraan: Hoe kan ze dat ooit horen. Ik: Helaas, ik hoor alles. Dat ben je ondertussen toch wel gewend? Leerling L. (13 jaar): Simpel. Ze heeft vleermuisoren.
Leerling R. (13 jaar) zit heel zachtjes in zichzelf te vloeken. Ik onderbreek mijn uitleg: R., let op je taalgebruik. Leerling R.: Sorry mevrouw. Leerling R. mompelt er achteraan: Hoe kan ze dat ooit horen. Ik: Helaas, ik hoor alles. Dat ben je ondertussen toch wel gewend? Leerling L. (13 jaar): Simpel. Ze heeft vleermuisoren.
Oh ja, we moesten de tafels terugzetten. Ik had wat vertraging in mijn oren Leerling R. (12 jaar)
Oh ja, we moesten de tafels terugzetten. Ik had wat vertraging in mijn oren Leerling R. (12 jaar)
Ik: Welke opdrachten van het huiswerk waren lastig en moeten we bespreken? Ik dacht aan 5, 6 en 12. D. (14 jaar): En 8! Ik: Huh? Jij hebt het huiswerk niet gemaakt, dus hoe weet je dat je 8 moeilijk vindt? D.: Gewoon, mijn oren zeiden dat.
Ik: Welke opdrachten van het huiswerk waren lastig en moeten we bespreken? Ik dacht aan 5, 6 en 12. D. (14 jaar): En 8! Ik: Huh? Jij hebt het huiswerk niet gemaakt, dus hoe weet je dat je 8 moeilijk vindt? D.: Gewoon, mijn oren zeiden dat.
E. (13 jaar): Heeft u u ooit op uw gehoor laten testen? En kwam daar 100 000 uit? U hoort echt alles! A. (13 jaar): Ze heeft vast ook oren op haar billen!
E. (13 jaar): Heeft u u ooit op uw gehoor laten testen? En kwam daar 100 000 uit? U hoort echt alles! A. (13 jaar): Ze heeft vast ook oren op haar billen!