D. (13 jaar): Mevrouw, wist u dat ik over zes dagen 5000 dagen leef.
Ik: Nee, dat wist ik niet. Ik hoorde wel over iemand die een verjaardagsfeest gaf voor zijn 10.000ste dag.
J. (14 jaar): Woooow! Hoe oud moet die persoon wel niet zijn geweest…
D.: Uhm… Uhh… Mevrouw, mag ik het van u uitrekenen.
Ik: Ja hoor.
D.: Het is voor u nu uw 10.245ste dag.
M. (13 jaar): Hoe oud bent u dan?
Ik: Net 28.
J.: Huh? Hoe kan dat. Het klinkt gewoon als heel veel, 10.000 dagen. Maar zo oud is dat dus niet.