“We gaan door!”
De leerlingen gaven aan meer ondersteuning nodig te hebben, zo kwam de hulples op het rooster. Helaas kwam het niet gunstig uit, een uur hulples, pauze en daarna begint de les officieel, meteen een dubbel uur.
We hebben hard gewerkt tijdens de hulples. We zaten samen aan een grote tafel, maakten zelfstandig vragen en bespraken de antwoorden in onze groep. Je bent lekker bezig en dan gaat de bel, einde hulples en start van de pauze.
Leerling G. (16 jaar): “Nee. We gaan door.”
Ik kijk de leerling verbijsterd aan. En vraag of hij écht bedoelt om in de pauze verder te gaan. Hij meende het. Ik breng er nog tegen in dat ik ook nog moet eten.
“Het maakt niet uit. We zijn goed bezig.”
Een leerling die zeker niet als beste werkt in de les, een leerling die alles goed kan gebruiken, een leerling die ik had beloofd dat ík er alles aan zou doen.
We gingen door. Dat was stoer. Één leerling stond op en ging pauze houden. Dat was ook stoer.
Voordat we het wisten kwam de rest binnenstormen en was de hulples echt afgelopen, kwamen we uit de bubbel en gingen we door, met de rest.
“Hebben jullie écht doorgewerkt in de pauze?!?!?!”
Leerling S. (15 jaar): “Ja, we mochten van G. niet weg, we moesten wel.” En ook dat is stoer.