Leerling E. (13 jaar): Mevrouw, waarom waggelt u door de school?
Leerling I. (13 jaar): Ja, waarom loopt u mank?
Ik: Ik heb een beetje pijn aan mijn been als ik loop.
Leerling E. (13 jaar): Mevrouw, waarom waggelt u door de school?
Leerling I. (13 jaar): Ja, waarom loopt u mank?
Ik: Ik heb een beetje pijn aan mijn been als ik loop.