Richting eind april stijgt de temperatuur buiten, maar ook binnen in de school. Al maanden proberen de leerlingen het te ontkennen, maar ze kunnen er nu bijna écht niet meer onder uit. De examens komen er aan!
De maanden hiervoor zitten de docenten al achter de vierdeklassers aan. Doorwerken, blijf je best doen, volhouden, kop op je kan het, en andere kreten om de leerlingen aan te sporen en te motiveren. Een grote groep van de leerlingen steekt liever zijn of haar kop in het zand dan toe te geven dat het examen er aan komt en dat dit best spannend is.
“Besef je wel dat de examens voor de deur staan? “
“Nou dan doe ik mooi niet open hoor!”
Tegelijkertijd, begint de spanning bij de docenten op te lopen. Heb ik alles behandeld, hoe staan mijn leerlingen er voor, zijn ze er klaar voor, heb ik genoeg examens met ze geoefend, wat kan ik nog meer doen om ze te helpen, deze vragen spoken continu door de hoofden van de docenten.
Kort samengevat: spanning! Als je de school binnenloopt voel je de spanning en leef je spontaan mee. Ik geef zelf geen examenklassen les maar loop ook rond met gevoelsmatig de wereld op mijn schouders. Geen leerlingen die ik het examen door sleur maar alleen de spanning van het mooie herinneringsboek dat ik ze na het slagen wil geven.
Elk jaar gaat dit riedeltje natuurlijk hetzelfde. Op dezelfde dagen beginnen de docenten het benauwd te krijgen en op dat moment zitten de leerlingen altijd nog in de ontkenning. Niets nieuws onder de zon. Alleen dit jaar was het anders. Het nieuws dat het examen Frans was gestolen en dat examen op VWO dus uitgesteld moest worden sloeg op die betreffende scholen en bijbehorende leerlingen natuurlijk in als een bom. Geloof mij maar, ook op andere scholen kwam dit nieuws hard aan.
Als er één examen gestolen is, zijn het er misschien meer? En juist als iedereen toeleeft naar de uitslag. Ze hebben alles gegeven, meer kunnen ze niet doen. De docenten hebben discussies gevoerd met de tweede correctors (docenten die hun examenwerk nog extra nakijken) over de toe te kennen punten. Ze proberen zo eerlijk mogelijk zijn en tegelijkertijd het beste voor hun leerlingen te doen. Juist op dat moment duikt het nieuws weer op. Meer examens gestolen. Allerlei krachttermen die wij als docenten zo min mogelijk zeggen schieten door ons hoofd. Een rilling over de lichamen van de examenkandidaten maar ook bij hun docenten. Wat betekent dit voor onze leerlingen?
De onduidelijkheid is voor de leerlingen altijd het zwaarst bij het maken van het examen en het wachten op de uitslag en dan heb je dit jaar nóg meer onduidelijkheid. Je weet niet hoe je de examens gemaakt én je weet niet eens of ze geldig blijven. Al snel wordt duidelijk dat de schade voor ‘onze leerlingen’ beperkt is gebleven, slechts bij economie blijft het nieuws onzeker. Maar wacht even? Vijfentachtig procent van onze leerlingen heeft economie in het pakket!
Het hoge woord is er uit. Het examen blijft geldig, een dag verlaat kunnen we alle leerlingen uit hun lijden verlossen. Voor sommige was het vervelend nieuws, voor sommige fijn, de rest zit nog steeds in spanning voor hun herkansing. De docenten halen weer gerust adem, het gaat de goede kant op, de docenten hebben het examen voor hun gevoel wel gehaald.
Ik blijf in spanning, de deadline nadert. De leerlingen die zo hard hebben gewerkt wil ik belonen met een boek vol leuke verhalen. Dat komt wel goed. Nachtrust is toch overgewaardeerd.
Volgend jaar kan de spanning alleen maar meevallen vergeleken met dit jaar, al ziet een leerling van ons dit anders: “Mevrouw wat maakt iedereen zich druk over die gestolen examens, dat gebeurt toch elk jaar?”. Ik hoop voor haar dat het niet gebeurt als zij in haar examenjaar zit! Dat komt ook wel goed toch?