Het zoemt door de school, al een paar dagen voel je het. Eind maart is aangebroken en april staat voor de deur. Plannen worden gesmeden, bedacht in grote lijnen en later uitgekristalliseerd. Één april, kikker in je bil. Al hebben ze daar tegenwoordig ook veel minder “gezellige” benamingen voor. Ik zal je ze besparen.
Al het huiswerk dat voor vrijdag 1 april werd opgegeven, werd nog minder serieus genomen dan anders. Het was al zo erg dat ik bij het opgeven van het huiswerk er alvast bij ging zeggen dat het echt geen grap is. Vrijdag gaan we practicum doen, “ach, dat zal ook wel weer een grapje zijn”.
De leerlingen testen alvast de wateren. Een collega werd gevraagd of ze tegen 1 aprilgrappen kan. Stom natuurlijk, nu zouden ze haar nooit meer kunnen verrassen. Anderen maakten het helemaal bont en haalde het verrassingselement helemaal weg uit deze ‘feestdag’. A. heeft al bij meerdere collega’s inlichtingen ingewonnen, waar ik uiteraard meteen van hoorde, maar blijkbaar zonder het gewenste resultaat.
“Mevrouw, vrijdag neem ik u echt te grazen hoor. Waar bent u echt bang voor?”
“Je weet toch dat ik nergens bang voor ben?”
“Ja dat zegt u nu, totdat ik met een grote spin voor u sta.”
“Wat denk je zelf, A.?”
“U heeft gelijk, u bent echt verschrikkelijk, echt nergens bang voor. Maar mevrouw G. gaat mij helpen met een goede grap. Het gaat mij lukken.”
Een aantal jaar geleden was ik heel blij als 1 april in het weekend of op mijn vrije dag viel, nu maakt het mij niet meer uit. Vroeger konden ze mij goed te grazen nemen en zou mijn orde voor de rest van de les een onbereikbaar doel worden. Dit jaar speel ik het spelletje leuk mee en voegt mijn teamleider aan het begin van de dag zelfs toe: “de leerling die jou van je stuk krijgt, die moet het wel heel goed doen!”.
“Mevrouw, uw veter is los.” – “Dat kan niet, ik heb schoenen aan waarvan de veters niet los kunnen.” 1 april!
Zo ook tijdens de les met A. Vrienden van hem zie ik smoezen voordat ik de les start. Ik weet dat ik scherp moet zijn. Ik merk niets tijdens de les, misschien omdat de leerlingen voor het practicum mochten rennen op het schoolplein. Na afloop blijft A. nog even hangen en komt de aap uit de mouw. Hij had mijn enige zwakke plek gevonden, mijn huisdieren. Het plan was om een hondenriem te regelen en daarmee aan te komen rennen. “Mevrouw, uw hond is ontsnapt.”. Een tien voor originaliteit, maar ben bang dat ik er niet in was getrapt. A. is namelijk doodsbang voor mijn hond. Ik beken dat ik hem ook te grazen had willen nemen, maar het niet lukte in deze les. Als ik mijn plan bekend maak, verzucht hij “Ahhh!! Daar zou ik zo ingetrapt zijn!”.
Gelukkig had ik nog een tweede kans voor mijn briljante plan en kreeg ik bij een andere klas wel de kans. Het is heel rustig in het lokaal. Ik ben een belangrijk stuk wiskunde aan het uitleggen, ik benadruk dat het lastig is en had de leerlingen net succesvol tot stilte gemaand. D. fluistert zachtjes tegen zijn buurman J. Ik flip de pan uit, zoals je dat zou kunnen omschrijven. Uit het niets begin ik te roepen. “J., nu ben ik het helemaal zat! Ga er maar uit, ga je melden.” Hij probeert nog te mompelen dat hij niets gedaan had, maar ziet aan mij dat het geen zin heeft en geeft eigenlijk meteen op. Hij pakt zijn spulletjes en loopt teneergeslagen het lokaal uit. Ondertussen loop ik tegen een ander probleem aan, ik kan mijn lach niet inhouden. J. ziet het niet, maar de rest van de klas wel. Als J. net de gang op loopt valt het kwartje bij de klas. “Was dit een grap?”. De klas barstte in lachen uit en blijkbaar viel dat vanaf de gang niet te missen. J. komt het lokaal ingesprongen, kijkt mij hoopvol aan en roept heel hard “1 april!!”.
Gelukkig was de grap precies op het juiste moment gemaakt en hoefde ik niet verder te gaan met mijn les. “Fijn weekend allemaal!”
De geslaagde dag sloten wij vandaag in stijl af, toen ik de taken van de conciërge waarnam. Er was nog één leerlinge thuis hard aan de slag om een stageplek te regelen voor komende maandag. Ze belt naar school en als ik opneem moet ze bekennen dat ze eigenlijk de stageplek probeerde te bellen maar het verkeerde nummer had gekozen. Ze zou dadelijk terug bellen om te bevestigen of het gelukt was met de stage. Als ze dat een half uur later ook doet, besluiten wij dat dit een mooie kans is. Collega neemt op, maar dan met de naam van het stageadres. De leerlinge begrijpt er even niets van en mompelt, “oh dan heb ik weer het verkeerde nummer gedraaid.” en hangt op. Wij komen niet meer bij, het toetje van een geweldig 1 april. Tijd voor weekend!