#docentestemt
Ik vang een gesprek op van mijn leerlingen en begin te graven in mijn geheugen. Ik peins en kom tot de conclusie dat ik, volgens mij, de eerste jaren op de middelbare school hélémaal niet bezig was met de verkiezingen, ik vraag mezelf zelfs af of ik al wist wanneer ze waren.
Ik hoor mijn leerlingen in gesprek over de verkiezingen. Ze wisselen dit onderwerp af met bespreken van de finale van Wie is de mol. Er wordt besproken welke ouders wat stemmen, welke lijsttrekkers zij goed vinden, flauwe grappen over sommige partijen en wat zij denken dat de docenten stemmen of gehoord hebben wat de docenten stemmen.
Uiteraard krijg ik ook de vraag: “Gaat u stemmen?”, ik kan gelukkig antwoorden dat ik al heb gestemd heb vanmorgen. Ondanks dat ik minder dan gemiddeld de politiek volg en dat ik vroeger er helemaal weinig van af wist, heb ik sinds mijn 18e geen Tweede Kamerverkiezing gemist.
Ik luister mee en stel soms een vraag. De bal wordt teruggekaatst: “Wat stemt u?”. Ze vragen niet, ze hoeven geen motieven te horen. Dat gaat te ver, maar het maakt mij niet uit – ik ben al trots dat het in ze opkomt, dat ze er mee bezig zijn. Al snel gaan ze verder tot de orde van de dag, tijd voor wiskunde. Of eigenlijk tijd om over hun belangrijke keuze van deze week te praten: wie heeft welk vak gekozen – of zoals zij het benaderen: “welke vakken laten jullie vallen?”
Voor hun hoop ik dat wij allemaal het juiste hebben gekozen vandaag, voor onze jongeren, voor ons onderwijs, maar nog veel meer hoop ik dat mijn leerlingen ook hun stem laten horen, luisteren naar hun innerlijke stem en nu en later de juiste keuzes (kunnen) maken.