Dat pubers vervelend zijn, weet bijna iedereen je te vertellen.
Dat pubers soms naïeve, hartverwarmende, grappige, lieve en ontroerende dingen zeggen, maak ik dagelijks mee.
Dat pubers grenzen opzoeken, zien we allemaal.
Maar wat ik het allerleukste vind aan pubers? Ze weten je altijd te verrassen!
Als ik lesgeven zou vergelijken met koorddansen, zouden de leerlingen waarschijnlijk de wind zijn die uit elke hoek kan waaien. Soms proberen ze je van dat koord af te duwen, maar wij blijven het evenwicht zoeken om tot het einde door te lopen en voor sommige een leuke show neer te zetten.
In elke klas heb je een paar leerlingen die windstil spelen, heb je geen last van maar helpen je act ook niet spannend te maken. Daarnaast heb je een grote groep die voor een klein zuchtje zorgen waardoor jij een spannende show kan neerzetten. En ja… Dan heb je nog de leerlingen die als wervelstorm door de klas proberen jou van het koord te blazen, deze stuiteren soms letterlijk als tornado’s door het klaslokaal. Langzaam zie je jouw goed voorbereidde show in duigen vallen, je voelt jezelf naar beneden vallen. Nu maar hopen dat er een vangnet hangt…
Maar als ik leerlingen in zulke duidelijke groepen kan indelen, zijn ze toch helemaal niet zo onvoorspelbaar? Hoezo pubers verrassen?
Juist die momenten in de werkweek van een docent dat ook bij deze cyclonen de wind even gaat liggen waardeer ik zo. De leerling die al jouw uitleg probeert te verstoren en tijdens het maken van de toets denkt: oeps dit had ik anders moeten doen. De leerling die moet nablijven, voor straf moet hij samen met mij nakijken maar na aflopen van zijn straftijd vraagt hij of we deze toetsen niet even zullen afmaken nu. De leerling die jij aanspreekt in de klas en hij geeft je een grote mond, om hem vervolgens na de les even aan te spreken en een goed gesprek met hem te hebben. Deze leerling is in dit geval één leerling, de situaties hebben wij samen in een langere tijd verzameld.
Laatst verraste hij mij weer. Hij was bezorgd, om mij. Zijn vervelende docent die hem iets probeert te leren. Het was na schooltijd en we waren beide onderweg naar huis, klaar om met het weekend te beginnen. Één groot verschil, hij zat op de fiets en ik liep met mijn brommer aan de hand omdat mijn band lek was. Toen hij dichtbij kwam en vlak achter mij reed belde hij even om te laten weten dat hij er was.
“Mevrouw, is hij stuk? Waar loopt u nu dan heen?”
Ja rijden ging niet meer lukken maar gelukkig woonden vrienden vlakbij waar ik hem heen kon brengen.
“Maar hoe gaat u dan naar huis?” Ik had ze al gebeld, ze zouden me naar huis brengen.
“Weet u het zeker? Anders mag u wel bij mij achterop hoor.”
Hij ziet mij misschien wel als die vervelende docente, anders dan hij verwacht zie ik hem echt niet als die vervelende leerling. Ja, zelfs docenten verrassen je soms.