β€π ππ¦ππππ πππ πππππ€ π§π£ππππ
Vragen stellen, ik vind het zeer belangrijk. Dat ik veel vragen stel, zodat ik een beeld krijg van de leerlingen en hun beheersing van de leerstof. Maar nog liever heb ik dat leerlingen vragen stellen, zich dingen afvragen en open staan om te leren.
Als een leerling zich dingen afvraagt over de leerstof, dat zijn mooie momenten. Maar ook met een vinger in de lucht om te vragen om extra uitleg, hoe een vraag aangepakt moet worden of dat ze een antwoord goed gegeven hebben maken leerlingen mij blij.
Tijdens het zelfstandig werken loop ik daarom geregeld rondjes en anders veer ik op uit mijn stoel als er een vinger de lucht in schiet. Na het bespreken van een moeilijk onderwerp voor het schoolexamen van volgende week zijn de leerlingen aan de slag gegaan met het maken van opdrachten. Ik zie leerlingen druk in overleg, ik zie leerlingen worstelen met de opdrachten, ik zie leerlingen totaal afgeleid zijn, ik zie een leerling die probeert te slapen en ik zie een vinger de lucht in gaan.
Direct verplaats ik mij van achterin het lokaal naar voren, ondertussen tik ik de ene leerling aan om wakker te worden en bij de ander geef ik een tikje op het werkboeken subtiel aan te geven dat er gewerkt moet worden. Aangekomen bij de leerling met een vraag, kijk ik haar vragend aan. Ze zegt enthousiast: βhoe gaat het met u mevrouw?β. Verbazing verberg ik vaak met humor, dus ik zeg βgoed hoorβ en doe alsof ik weer wegloop.
Ze roept mij terug, ze was nog niet klaar. βWat vindt u van gekookte wortels?β. Dus. Vragen stellen is belangrijk, dus ik waar het kan altijd antwoord. Ik leg uit dat ik gekookte wortels prima vindt, maar rauwe wortels toch lekkerder. De leerling kijkt haar klasgenoot triomfantelijk aan, blijkbaar gaf ik in haar ogen het juiste antwoord.
Ik kijk naar even twijfelend aan, βliet je mij voor deze vraag hierheen komen?β
βNee mevrouw, kunt u vraag 27b uitleggen?β
Natuurlijk. Je mag alles vragen.