Dag 123 – “Tubthumping (I get knocked down)

Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van donderdag 5 november.

“En heb je dan ook nog een sociaal leven?”, is de reactie die ik wel eens krijg als ik vertel waar mijn werk allemaal uit bestaat. Een meer dan fulltime baan op mijn school, elke dag schrijven over mijn werk en trainingen geven aan docenten. Soms, heel soms, als ik op de bank zit denk ik ook: “Ik ben gek ook… Waarom doe ik dit?”. De harde waarheid is, dat dit is wie ik ben en ik geniet van de afwisseling en de leuke dingen die ik hierdoor meemaak.

Ik kan mij geen leven zonder mijn lessen voorstellen, toen ik gister een nieuwe leidinggevende beter leerde kennen in een gesprek, voelde ik mezelf starten met glimmen toen ik het over mijn lessen had. Lessen die aan het einde van de zomervakantie niet op mijn taakomschrijving stonden, maar die ik naast mijn huidige aanstelling er bij pakte. Hetzelfde voel ik als ik zinvol werk voor andere docenten of scholen mag doen, waarbij ik bij elke sessie ook weer leer door de gesprekken die ik mag hebben. En ook het schrijven brengt mij, soms via een omweg en met wat uitstel, heel veel.

Wel vraagt dit soms creatief boekhouden met mijn agenda, tetris in 3D noemde een collega-trainer het. Soms doe ik werk van mijn projectleiderswerk op andere dagen dan de dag die er voor staat, soms geef ik een training tijdens de kantooruren waarvoor ik eigenlijk bij mijn school werk en op andere momenten doe ik weer werk wat bij mijn lessen hoort. Dankzij de vele ballen in de lucht, kan je jongleren en wisselen welke bal je wanneer omhoog gooit.

Dit kan als gevolg hebben dat ik weken, dagen of uren heb die wat voller zitten dan anderen. Vandaag was zo’n dag. Ondanks dat ik alles thuis kon doen, zat de dag zo vol dat er maximaal twee pauzes van twintig minuten in mijn agenda stonden. Pauzes die ik al ’s ochtends zag verdampen toen de eerste bijeenkomst uitliep.

Toen ik mijn laptop om half zes dichtklapte na de laatste Zoom of Teams-bijeenkomst, deed ik dit met een lach. Ik keek namelijk terug op een goede dag, met succesvolle bijeenkomsten en trainingen. Ik stond op en schrok. Voor dat ik het wist vloog een zweem van misselijkheid door mijn lijf, de schrik vloog me aan en ik loods mezelf van de eettafel naar de bank. Liggen.

Tv aan. Nee. Toch maar niet. Zitten op de bank. Nee. Toch weer liggen. iPad er bij. Nee. Toch maar zonder. Ogen dicht. Toen ik vanmorgen opstond was ik moe en nu val ik niet in slaap. Er gaat niets door mijn hoofd. Ik ben er. Meer niet. Behalve dan dat ik er ben met misselijkheid, hoofdpijn en de bron van alles: pijn in mijn nek.

Ik voel mij verslagen. De laptop, Zoom en Teams hebben gewonnen. De dag heb ik doorgebracht met veel schermtijd, geen pauze afgezien van één broodje tijdens een bijeenkomst, een slechte houding en continu presteren. Deze avond kan ik niets meer, alles wat ik kon zat al in de dag.

Dit soort dingen gebeuren en toch is het schrikken. Ik denk terug aan voor de zomer toen mijn schoolleider regelmatig aangaf dat hij het niet “kon”, al die prikkels van het videovergaderen en hij zette de camera en het beeld uit. Toen kon ik mij er niets bij voorstellen en nu opeens wel.

Je lichaam laat je in de steek en ook al is dat maar één avond, het maakt je onzeker. Je gaat twijfelen aan alles wat je doet, wil doen, gaat doen en moet doen. Geen enkele beslissing die je ooit hebt genomen voelt nu als de juiste. Toch ken ik mezelf goed genoeg, ik ga slecht op weinig eten en verkeerd zitten. Mijn hoofd weet dat ik niet over een mentale grens ging, maar wel over een lichamelijk. De enige oplossing is ibuprofen en geduld.

De pijn in mijn nek houdt altijd wel eventjes aan en zal morgen nog effect hebben, maar zoals vanavond voel ik mij morgen niet meer. Er hoeft geen coronatest aangevraagd te worden, ik hoef me niet ziek te melden. Ik moet dit er gewoon even laten zijn en op tijd naar bed gaan. Morgen weer een nieuwe kans om er te staan en om mijn maag weer in een normaal eetpatroon te krijgen.

Ik denk weer aan het gesprek van gister met de nieuwe leidinggevende:

“Hoe weet je dan dat je niet teveel doet?”

“Dat voel je, als je weet hoe het voelt en hoe het moet voelen, dan weet je wat ik bedoel.”

“Ik denk dat je gelijk hebt.”

Een grens ben ik niet over, wel moet ik mijn meerdere erkennen in een volle dag thuiswerken en videomeetings. Gelukkig heb ik nog genoeg andere ballen in de lucht en kan ik morgen weer wat anders doen. ‘Goddank’ voor de afwisselende baan die ik heb en respect voor alle mensen die elke dag thuiswerken en bijeenkomst na bijeenkomst hebben. Mijn respect hebben jullie. Ik mag morgen gewoon weer lekker lesgeven. I got knocked down, but I get up again.

(The truth is, I thought it mattered)

(I thought that music mattered.)

(But does it? Pollocks! Not compared to how people matter)

(We’ll be singing, when we’re winning, we’ll be singing)

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

(Pissing the night away, pissing the night away)

He drinks a Whiskey drink, he drinks a Vodka drink

He drinks a Lager drink, he drinks a Cider drink

He sings the songs that remind him of the good times

He sings the songs that remind him of the best times

(Oh Danny Boy, Danny Boy, Danny Boy)

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

I get knocked down, but I get up again

You are never gonna keep me down

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *