Dag 64 – “Role model”
Het goede voorbeeld geven gaat natuurlijk veel verder dan je telefoongebruik en kleding tijdens de les. Hoe je praat, je gedrag, je reactie als dingen even niet gaan zoals je wil, de manier van schrijven, het draagt allemaal bij aan de docent die jij bent voor de leerling.
Leerlingen kunnen het heel verwarrend vinden als je een spelfout maakt en dat leidt ze dan af van de inhoud. En meer dan eens kreeg ik commentaar, “mevrouw, dat is echt geen Nederlands hoor”, als ik een zinsopbouw gebruikte die zij niet goed kenden.
Maar hoe zit het met jouw leven buiten de school als je docent bent? Ben je docent alleen op en rondom de school? En telt dit goede voorbeeld dan ook alleen op het schoolterrein?
Ik las vorige week een discussie tussen docenten en andere onderwijsmensen over het meedoen aan protesten. In dit specifieke geval ging het om de vraag of je als docent mee kon doen aan een verboden protest tegen de anderhalve meter. Met een specifieke nadruk op ‘als docent’.
Waar stopt jouw rol als voorbeeld, als je op komt voor je rechten door te protesteren? Terwijl dit verboden is? Ik denk dat een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid wel moeten kunnen, maar zeker binnen grenzen. Net zoals ouders een voorbeeldfunctie hebben voor hun kinderen en daardoor ook niet alles, voor de ogen van hun kinderen, kunnen doen.
De vraag is dan waar de grens ligt. Gisteravond tijdens mijn hockeytraining zat de sfeer er in, de meligheid sloeg over en we leken al gauw een puberklasje. Door de docent, onze trainer, heen praten, uitleg volkomen missen, dan klagen dat je niet weet wat je moet doen en als het je opnieuw is uitgelegd door de ‘leerlingen’ die wel opgelet hebben de oefening alsnog saboteren door het anders te doen of het slecht uit te voeren.
Je zag meteen de verschillende ‘soorten’ leerlingen in mijn team. De leerlingen die het vuurtje aanmaken, de leerlingen die het vuurtje aanwakkeren, de leerlingen die zich storen aan de rook die ontstaat bij het vuur en de leerlingen die het allemaal niet zo goed door hebben en continu niet begrijpen wat er precies gaande is en zich afvragen waar de rook vandaan komt.
Ik benoemde de vergelijking ook naar mijn team en erkende mijn rol, want ik was ook nooit het braafste meisje uit de klas, en dus ook niet tijdens deze training. Omdat mijn werk en huis slechts een kilometer van elkaar verwijderd zijn, en mijn hockeyclub een kleine tien kilometer, kom ik ook daar regelmatig leerlingen tegen. Wat zouden die denken als zij mij zouden zien op de training? In dit geval denk ik dat ze mij zouden herkennen, want tijdens de les (of die van collega’s) kan ik mij soms ook zo gedragen.
Maar op een feestje, in het dorp, op de hockeyclub, kan ik ook nogal, tja, hoe zeg je dat netjes, aanwezig zijn. In het zicht van leerlingen, ouders en andere vrienden en familie. Soms weet ik het, soms heb ik het niet door, maar nooit besluit ik mij daar anders door te gaan gedragen. Op een feestje kan je niet altijd aan mij zien dat ik de nuchtere van de groep ben, letterlijk. De permanente bob. Het feestbeest dat geen drankje nodig heeft om volledig mee te gaan.
Leerlingen, en ouders, zullen dus niet weten dat ik nuchter ben, en ik kan nou niet zeggen dat dit dus meteen als een goed voorbeeld bestempeld zal worden. Behalve dan dat ik laat zien dat je moet genieten van het leven en van elk feestje. Ik hang graag zelf de slingers op, als het nodig is. Bij het jaarlijkse tweedaagse hockeytoernooi waar ik graag aan mee doe, verkleed en alles, waar de alcohol bij de teams al rond tienen op tafel verschijnt, loop ik even jolig rond. Zo zong ik voor de ogen van een ouder van een (oud-)leerling keihard mee met de carnavals-hit “ik wil je pijpen”, over broekspijpen maar dat heb je niet meteen door. Dit ook nog met een koptelefoon op, het was een silent disco, waardoor de ander de muziek niet hoorde. Not my finest moment.
Waar stopt mijn docentschap en waar begint Milou? Welke dingen kunnen nog wel en welke dan niet? En is dit voor elke persoon hetzelfde? Ik merk dat mijn leerlingen dingen bij mij soms meer kunnen hebben dan bij een collega die vergelijkbare ‘gekke’ dingen doet, want dan is het raar.
Ik zal niet naar een verboden protest gaan, nou ben ik sowieso niet zo’n protesterend type. Maar ik ging ook niet naar een feestje in een park toen dit nog verboden was in verband met de regels rondom de intelligente lockdown. Ook vind je mij niet in bikini op het strandje hier in het dorp, zo had ik vroeger mijn docenten ook niet willen tegenkomen. Maar gek doen op een feestje doe ik dan weer wel.
Het zal allemaal te maken hebben met wie je bent en wat bij je past, maar alleen docent en een goed voorbeeld zijn op het schoolterrein, daar geloof ik niet zo in. Ik voel mij namelijk ook heel erg docent als ik willekeurige jongeren vervelend gedrag zie vertonen ergens in de openbaarheid, dan moet ik mij altijd heel erg inhouden om niet de juf te gaan uithangen. Dus ja, docent ben ik bijna 24/7, maar dat betekent niet dat je niets meer kan en mag doen. Want docenten zijn toch ook net mensen, alleen dan wel nette mensen! Hoop ik.
So you tell me who the kids are looking up to
See they say that I’m a role model,
But I didn’t ask to be,
You don’t know what it’s like,
Going college everyday
And this is how I’m supposed to teach kids how to behave?
Now follow me and do exactly what you see
Don’t you want to grow up to be just like me?