Leerling R1 (13 jaar): “Mevrouw, heeft u de cijfers voor de verslagen al?”
Leerling R2 (13 jaar): “Nee man, je hebt het dinsdag pas ingeleverd. Wat denk je, dat ze kan heksen?”
Ik: “Ik was eigenlijk wel van plan ze al te hebben maar het is niet gelukt.”
Leerling J. (13 jaar): “Echt? Waar is uw grote toverstaf dan?”
We kijken elkaar allemaal aan en moeten lachen.
Ik: “Ik heb een grap in mijn hoofd, maar die zeg ik maar niet.”
Leerling R2: “Wij zijn jongens. U kunt het gewoon zeggen.”
Leerling J. moet nog harder lachen.
Ik: “Daarom. Ik hoef het niet hardop te zeggen. Jullie horen de grap nu al in je hoofd.”
Leerling R2: “U heeft gelijk mevrouw.”