Schoolfeest. Twee keer per jaar sta ik met een paar collega’s en leerlingen in een van de lokale uitgaansgelegenheden. Gisteravond mochten we weer.
Toen ik wegging zag ik dat een leerling zijn iPadlader daar was vergeten (waarom had hij hem mee zou je denken…) en besloot ik hem mee te nemen.
Thuis aangekomen in mijn werktas gedaan, klaar voor de volgende dag. Klaar.
Na twaalven gaat mijn telefoon. De naam van die betreffende leerling staat in mijn scherm. Ik denk eerst: “huh, hoe komt hij aan mijn nummer?” en vervolgens: “oh nee, wat is er aan de hand?!”. Er vanuit gaande dat er misschien iets is gebeurd neem ik op.
Leerling (15 jaar): “Hoi mevrouw, bent u nog daar?”
Mijn hartslag daalt weer en ik besef meteen waar het om gaat. Ik leg hem uit dat ik al thuis ben, zijn lader heb en hem morgen zou meenemen. We beëindigen het gesprek: “tot morgen!”
Vijf minuten later gaat mijn telefoon weer: “Mevrouw, u woont toch vlakbij de supermarkt? Bent u misschien nog in de status dat ik hem kan ophalen? Ik heb hem heel hard nodig.”
Mijn vriend moet naast mij een beetje lachen. “Ik ben niet meer in de ‘status’ daarvoor, je krijgt hem morgen.” Er is niets meer heilig, of privé, zoveel is mij duidelijk (maar dat levert zo ‘s nachts ten minste wel nog wat blogmateriaal op!).
Ik hoor nog heel vrolijk aan de andere kant van de lijn: “Oké, dan jat ik die van mijn moeder vannacht!”