Leerling M. (14 jaar): “Heeeeeeey mevrouw! Hhh…”
Ik, onderbreek omdat ik weet wat er gaat komen: “Nee, ik heb ‘m nog niet nagekeken.”
Leerling M.: “…oe gaat het met u?”
Ik: “Oh, ik dacht dat je naar de toets ging vragen. Vorige keer zei je dat ik hem snel moest nakijken of moest kwijtraken.”
Leerling M.: “Ja, nu maakt het niet meer uit, ben de pijn van de toets alweer vergeten, dus doe maar kwijtraken.”