“Niet reageren, niet reageren” … oeps!
Het gebeurt regelmatig. Je bent in gesprek met de klas, je geeft klassikale uitleg of je loopt rond in het lokaal. Dan, uit het niets, zonder aankondiging met een opgestoken vinger, komt er een vraag die op geen enkele manier iets te maken heeft met het onderwerp van de les.
Je weet dat je niet moet reageren. Dat heb je geleerd op de docentenopleiding, je hebt het gelezen in onderwijsboeken en je hebt het te vaak in de praktijk moeten leren. Je weet het. Toch lukt het niet altijd.
Ik was dit keer bezig met uitleg. Ik stond tussen de linker en middelste rij tafels in (zoals een leerling een andere les al duidelijk maakte: “U beweegt echt veel, u loopt altijd heen en weer. Andere docenten staan gewoon stil. We moeten u echt in de gaten houden.”). Ik laat een pauze vallen. Nét te lang. Want toen gebeurde het.
Vanaf de tweede tafel linksvoor hoor ik: “Wat was in uw tijd eigenlijk een goed liedje?”
In mijn hoofd herhaal ik de mantra, die zo vaak door mijn hoofd schiet, “niet reageren, niet reageren, niet reageren.”
Dan reageert een tafel daarvoor: “Was dat iets van the Beatles?”
“Niet reageren, niet reageren, niet reageren.” En toen schoot ik in de lach. Eerst verborgen, probeerde mijn hachje te redden maar dat lukte niet toen mijn lach hardop werd. In plaats van mijn mond te houden reageer ik: “Hoe oud denk je dan wel niet dat ik ben?”. Ik weet dat ik een vergissing maak en vul aan met: “Weet je wel wanneer de Beatles actief waren?”
Het blijft stil en ik besluit het direct op te zoeken. Wikipedia vertelt mij, en ik mijn klas, dat the Beatles optraden tussen 1960 en 1970. “Weet je dan hoe oud ik moet zijn geweest als ik in 1970 was geboren?”. Zonder te twijfelen en schijnbaar zonder echt te hoeven rekenen roept een andere leerling “48”.
“Denk je dat ik 48 ben?”, gelukkig ze zijn het er unaniem over eens dat ik dat niet ben. Maar daardoor gebeurt ook het onvermijdelijke.
“Hoe oud is ze dan wel?”
“Ze is 26!”
“Dankje, dat is lief, je bent mijn favoriete leerling.”
“Echt?! Had ik het goed?”
“Nee, dat zegt ze omdat ze blijkbaar ouder is.”
Leeftijden vliegen door het lokaal. Tot ze het echt willen weten (om te kijken wie het goed heeft, niet zozeer uit gemeende interesse).
“Ik ben afgelopen zondag 30 geworden.”
“Echt? Gefeliciteerd!”
“Wat heeft u getrakteerd?”
“Jij denkt ook echt altijd aan eten!”
De hele klas begint te zingen.
Tja… Ik zei toch dat ik niet had moeten reageren?