Een hardcore dagje onderwijs
Het onderwijs, of specifiek mijn baan. Het ene moment zit ik aan mijn bureau aan documenten te werken na uren van overleggen, het volgende moment ben ik op één van onze locaties voor een middag met ambassadeurs voor duurzaamheid van allerlei locaties.
Omdat ik vanaf ons hoofdkantoor kwam ben ik direct en dus alleen gekomen. Mijn collega’s haken al snel met leerlingen aan, maar tot die tijd settle ik mij met mijn nakijkwerk in de gloednieuwe aula van de school. Zo zit ik rustig te werken en klets ik ondertussen met de keynote spreker die straks de groep mag toespreken. Langzaam komen leerlingen en docenten binnen en stromen ze naar de brownies en carrot cake toe.
Mijn leerlingen gaan, onverwachts, als eerste een plekje zoeken op de rijen met stoelen en kiezen, nog onverwachtser, voor de voorste rij. De spreker heeft geen mazzel, één van onze duurzaamheidsambassadeurs voert het hoogte woord en reageert bijna op elk zin die hij spreekt. Je ziet even dat hij moet wennen aan deze situatie, spreken voor leerlingen is toch anders dan voor volwassenen (zeker een uur lang, leerlingen zagen er van te voren al tegenop!), maar hij pakt het goed op. Reageert elke keer positief op haar reacties, probeert zoveel mogelijk moeilijke woorden makkelijker te maken en betrekt de leerlingen bij de presentatie. Al is dat dus bij die ene leerling, helemaal niet nodig. Zo’n leerling voor wie een normale les eigenlijk al niet te doen is en dan nu bij een moeilijk praatje zit over een moeilijk onderwerp als ‘hoe krijg je gedragsverandering voor elkaar’. Ik vind haar opmerkingen hilarisch, gelukkig zien de meeste deelnemers ook zeker de humor in van haar “optreden”.
Toch kijken de meeste leerlingen van de voorste rij met een schuin oog naar mij. Ik doe namelijk iets, wat ik normaal echt niet doe op zo’n moment en waar ik uit principe ook niet helemaal achter sta. Maar desperate times ask for desperate measures. Ik ben aan het nakijken … ja echt, aan het nakijken tijdens de presentatie. Uit principe ben ik daar tegen, maar eerlijk is eerlijk, ik heb de presentatie volledig gevolgd, en ik moet op dit moment gewoon even heel efficiënt omgaan met mijn tijd.
Daarna gaan we uiteen in gemengde groepen en zo praat ik geanimeerd met collega’s maar met name leerlingen van andere locaties over een lastig onderwerp als gezond eten in en buiten de school. Hoe zorgen we dat ouders stoppen met hun kinderen “troep” mee te geven naar school? Hoe zorgen we dat supermarkten om acht uur ’s ochtends geen “troep” meer verkopen aan de leerlingen voor ze naar school gaan? Moeilijke thema’s en wij en de leerlingen komen steeds terug op wat we met leerlingen kunnen doen, daar hebben we grip op. Leerlingen gezond eten blind laten proeven om te leren dat gezond ook lekker kan zijn. Of leerlingen uit allerlei lekkere dingen laten kiezen om ze vervolgens de minuten te laten sporten die nodig zijn om die lekkernij te laten verbranden. Leuke ideeën dus wel!
We sluiten de avond (“zo lekker hoe lang het nu alweer licht blijft”) af met een soepje en broodjes. De leerlingen stormen wederom naar het eten. Checken daarna de frisdrank automaat. Om vervolgens bij ons te komen bedelen. We weten al wat ze willen… Patat.
Na al dat gepraat over gezond eten, zwichten we toch. En zo zitten we twintig minuten later boven in het gebouw naast de snelweg en wachten we op de leerlingen met hun bestellingen. Ze lopen de trap op, kijken onze kant op en gaan zo ergens anders zitten. Zucht. Pubers. Herkenbaar?
Wachtend op mijn leerlingen krijg ik in het “restaurant” nog even een belangrijk telefoontje ter voorbereiding op een workshop die ik volgende week ga geven. In gedachten zoom ik even uit tijdens het bellen en zie ik mezelf daar zitten met uitzicht op de uitrit van de “drive”, zo’n belangrijk gesprek te voeren om half acht ’s avonds. Maf beroep toch.
Terug naar huis wordt de auto-indeling gewijzigd en krijg ik ook leerlingen mee. “Mevrouw, kunnen we onze telefoon aansluiten in uw auto?” “Ja.” “Dan rijden ik, die, die en die met u mee!!!”
Ze vechten om wie er voorin moet, degene die verliest moet voorin. “Mag ik dan wel de muziek bedienen? Oké, dán ga ik wel voorin.”
Zo zitten we in de auto met de nederrap die uit de speakers knalt. “Mevrouw deze moet echt harder” (bij elk liedje), terwijl ik niet weet of mijn speakers überhaupt harder kunnen. De flitslampjes van de telefoons die “snaps” maken schieten aan en uit in de auto. Elke keer als ze een stukje filmen, vliegt de flits aan en sturen ze korte stukjes film de ether in waarop zij luidt meeblèren met hun eigen muziek. Ik probeer de niet-te-begrijpen Nederlandse teksten te begrijpen en leer nog wat nieuwe woorden tijdens de uitleg van mijn bijrijder. Ze bespreken ondertussen wat schoolgenoten “Nohhh dit doe je toch niet. Er zit een docent bij!”
Als we bijna terug op school zijn wordt er besloten tot een genrewijziging. Ik denk dat ze klaar waren met keihard meezingen want de keuze viel op “kom nu even lekker hardcore”. Mijn bijrijder-DJ begrijpt deze keuze duidelijk niet, door tijdens het nummer ons vragend aan te kijken: “waarom bewegen jullie allemaal jullie hoofd op en neer? … Is dit de enige zin die hij zingt?”
De radio gaat nog wat harder, het dakje gaat open en de handjes komen boven het dak uit. Zo knallen we het dorp in. Pakken we de fietsen uit het fietsenhok, fietsen door de school naar de uitgang en sluiten de avond af. Ik maak een inschatting wat leerlingen thuis als eerste vertellen, bij eentje wordt dat zeker in de school fietsen. Bij de andere leerling hoef ik niet te raden, zij wordt als laatste opgehaald door haar moeder. Dwingt haar moeder om nog iets dichterbij haar te rijden zodat ze minder ver hoeft te lopen (ik grijp meteen mijn kans om iets duidelijk te maken, stap naar voren, open de deur en zeg “kan ik de deur voor u openen, mevrouw”. Ze lacht, she got the message.
Moeder: “Was het leuk?”
Leerling: “Ja, was leuk! We hebben ha…”
Ik onderbreek en vraag haar nog even na te denken over wat ze nu gaat zeggen. “Jouw leukste moment was dat we hardcore hebben geluisterd met de muziek op 30. Vergeet niet ook iets te vertellen over de duurzaamheidsmiddag waar je bent geweest!”, zo sluit ik lachend de avond af. Op naar huis, orde van de dag en gewoon weer instructiefilmpjes opnemen voor de lessen van morgen. Leraar, elk moment hetzelfde?