Leerling I. (14 jaar): “Uhm mevrouw, ik heb een vraag over uw levenslessen. Was ik die I. van gisteren?”

Leerling I.: “Hoe kan ik dat gezegd hebben?! Ik weet helemaal niet meer dat ik dacht gezegd heb!”

Ik: “Jij was het niet.”

Leerling U. (14 jaar): “Oh dan is het I… of I…!”

Ik: “Hoe weet je dat dan?”

Leerling U.: “Nou, we hebben iedereen opgezocht uit uw klassen met een I. Dat zijn de enige andere twee. Dus het was één van hun.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *