Geen blad voor de mond

De afgelopen twee weken had ik de eer om bij een aantal sollicitatiegesprekken te zitten en tijdens al deze gesprekken gaat het al snel over ónze leerlingen. Onze mavo leerling, wat maakt de vmbo-er uniek. Elke komen we weer tot dezelfde conclusie: de spontaniteit, de flapuiten die ze zijn, de eerlijkheid en naiviteit dat wij soms niets door hebben.

Hiermee bedoelen we natuurlijk niet dat leerlingen van de hogere schoolniveaus dit niet hebben, maar elke kandidaat die wij de afgelopen jaren hebben gesproken herkennen en erkennen het. Ze hebben ons nodig, om grenzen aan te geven, om te ‘modellen’, om contact te maken.

Toen ik koos voor het onderwijs zag ik mijn pad al voor me, van mijn tweedegraadsbevoegdheid naar de eerstegraads om het uiteindelijke doel te behalen: bovenbouw havo en vwo lesgeven. Echter was één van de verplichtingen dat je verschillende onderwijssoorten moest zijn tijdens de vier stages, dus na 3 stages op havo/vwo móést ik kennismaken met ‘het vmbo’. Ik koos dan wel voor de veilige variant, de theoretische kant van het vmbo.

Ik heb mijn hart verloren, en zij mijn hart gestolen. Natuurlijk had ik plezier met mijn havo/vwo leerlingen, maar het contact op de mavo was vanaf het begin af aan anders. Ze hebben het mij moeilijk gemaakt en dat doen ze nog steeds wekelijks, moeilijker dan ik ooit eerder had meegemaakt. Moeilijker maar uitdagender, moeilijker maar leuker, moeilijker maar meer écht contact. De leerstof stond centraal bij mijn andere schoolervaringen, nu stond opeens het leven centraal.

Ze nemen geen blad voor de mond en zijn daardoor soms brutaal, soms expres maar veel vaker per ongeluk. Ze hebben het vaak genoeg zelf niet door, waardoor het heerlijk, eerlijk en oprecht is. Dankzij mijn leerlingen maak ik elke dag wat mee, valt er elke dag wat te delen met jullie en geniet ik (meestal) van mijn werk.

Vandaag had ik een eerste klas, ik ben niet blij, zo vroeg in het jaar en meerdere hadden het huiswerk niet af, hun spullen niet op orde en leerlingen zitten bij het stopcontact omdat hun iPad leeg is. Een van die jongens verstoort de hele tijd de les, ik zit er bovenop want er moet duidelijk iets voorkomen worden in de klas. Hij krijgt weinig ruimte van me, ik maak een statement. In mijn achterhoofd stel ik mezelf steeds de vraag, hoe krijg ik het weer even wat gezelliger zonder de orde te verliezen. Totdat de les bijna voorbij is en juist hij tegen mij zegt: “mevrouw, ik vind u echt de aardigste docent”. Ik vraag hem hoe dat kan omdat ik helemaal niet zo aardig was tegen hem. “Dat vond ik wel meevallen hoor”. Ik leg hem uit dat het komt omdat hij wel een aandachtsvragertje is. “Als u dat maar weet mevrouw, als u dat maar weet.”

Hij komt daarna nog even melden dat zijn iPad eigenlijk helemaal niet geladen heeft, terwijl de ander roept “maar die van mij is alweer 72%”, dit triggert iets in mij en ik reageer.
“72%? Maar hoe leeg was hij dan toen je daar ging zitten om te laden?”
“48%.”
De klas reageert, “WAT? Die van mij is twintig en daar red ik het echt wel mee”
“Ja maar hij had toch gezelschap nodig daar helemaal alleen voor in het lokaal, dus ben ik ook gaan laden.”

Zo ontstaan nieuwe regels in mijn lokaal, voortaan alleen laden onder de tien procent.

“Maar mevrouw, die van mij is 10%”
“Maar gelukkig nog niet onder de 10%”

En daar heb je weer een voordeel, ik heb altijd een antwoord, altijd een respons, snel denken en snel reageren. Dat is de uitdaging. Zo snel als zij er iets uitflappen, zo snel moet ik reageren om de situatie onder controle te houden.

Dus als een leerling die op de computer aan het werk is op de gang met haar rug naar mij toe roept: “Mevrouw, wanneer krijgt u kinderen.” Reageer ik binnen de seconde met “Nooit, ik heb jullie al.”

In plaats van te denken waarom vraagt ze dat, in plaats van haar op haar gedrag aan te spreken, kies ik voor reageren en het moment is alweer voorbij en zij werkt gewoon verder. De enige die raar opkeek? Mijn baas. En waarschijnlijk mijn oma als ze dit leest, “wat die kinderen tegenwoordig durven te zeggen!”

Dat zijn mijn leerlingen, mijn inspiratiebronnen. En elk sollicitatiegesprek vind ik het weer fijn om het over ze te hebben, want zonder hun was ons werk niet compleet. Zij zijn de kern waar wij om draaien, al maken ze het ons soms moeilijk, zij maken het de moeite waard, met puberaal grensoverschrijdend gedrag en alles. Tot morgen jongens!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *