T. (13 jaar): Waarom spelen we eigenlijk alleen maar spelletjes bij wiskunde?
L. (13 jaar): Ssstt, zeg dat nou niet.
J. (13 jaar): Ik noem het gewoon voordeellessen.
Ik: Hoezo voordeellessen?
J.: Nou het is voordelig toch?
T. (13 jaar): Waarom spelen we eigenlijk alleen maar spelletjes bij wiskunde?
L. (13 jaar): Ssstt, zeg dat nou niet.
J. (13 jaar): Ik noem het gewoon voordeellessen.
Ik: Hoezo voordeellessen?
J.: Nou het is voordelig toch?