Als je deze bewoording op letterlijke dezelfde manier bij een goed aantal leerlingen tegen komt als antwoord op een toets, wat is dan waar: A. Het staat zo beschreven in het boek (dit is niet zo) B. Is er klassikaal overleg gepleegd tijdens het maken van de toets (ga ik niet vanuit) C. Is er massaal gespiekt bij elkaar (lijkt[…]
“Ah, het ruikt hier naar vakantie!” – leerling A. (13 jaar) bij binnenkomst van het lokaal
Volgens mij haalt deze leerling twee soorten ruiken/snuiven door elkaar…
Ah, het ruikt hier zo lekker naar lerarenkamer! Daar hangt altijd zo’n lekkere geur! S. (15 jaar) bij het binnenlopen in de personeelskamer
Ah, het ruikt hier zo lekker naar lerarenkamer! Daar hangt altijd zo’n lekkere geur! S. (15 jaar) bij het binnenlopen in de personeelskamer
T. (15 jaar): Ha! Nu ruikt u eens een keer naar rook! Ik: Dat lijkt mij sterk… T.: Oh wacht… U neemt de lucht van hem (wijst naar leerling naar hem) mee.
T. (15 jaar): Ha! Nu ruikt u eens een keer naar rook! Ik: Dat lijkt mij sterk… T.: Oh wacht… U neemt de lucht van hem (wijst naar leerling naar hem) mee.
“Hmm… Het lokaal ruikt naar verjaardag!” – S. (14 jaar), bij het binnenlopen van het practicumlokaal
“Hmm… Het lokaal ruikt naar verjaardag!” – S. (14 jaar), bij het binnenlopen van het practicumlokaal
