Docent: Hoe kan je nu weer te laat zijn, je woont zo dichtbij? Leerling: Uuuh… Nou…. Leerling 2 (stellig): Hij woont zo dicht bij dat hij te weinig tijd heeft om op tijd te vertrekken meneer. Met dank aan meneer Lievaart.
Ga verder met lezen …
Docent: Hoe kan je nu weer te laat zijn, je woont zo dichtbij? Leerling: Uuuh… Nou…. Leerling 2 (stellig): Hij woont zo dicht bij dat hij te weinig tijd heeft om op tijd te vertrekken meneer. Met dank aan meneer Lievaart.
Docent: Hoe kan je nu weer te laat zijn, je woont zo dichtbij? Leerling: Uuuh… Nou…. Leerling 2 (stellig): Hij woont zo dicht bij dat hij te weinig tijd heeft om op tijd te vertrekken meneer. Met dank aan meneer Lievaart.