L. (12 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelings eten? Ik: Pasta. D. (12 jaar): Wat voor een pasta dan? Ik: Maakt niet uit, ik vind alle soorten pasta lekker. B. (12 jaar): Chocoladepasta?
Ga verder met lezen …
L. (12 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelings eten? Ik: Pasta. D. (12 jaar): Wat voor een pasta dan? Ik: Maakt niet uit, ik vind alle soorten pasta lekker. B. (12 jaar): Chocoladepasta?
L. (12 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelings eten? Ik: Pasta. D. (12 jaar): Wat voor een pasta dan? Ik: Maakt niet uit, ik vind alle soorten pasta lekker. B. (12 jaar): Chocoladepasta?
N. (14 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelingseten? Ik: Pasta. N.: Ok, dan neem ik donderdag pasta voor u mee! Ik ben benieuwd… Morgen is het donderdag en C. (14 jaar) vulde aan: Ze doet het echt hoor!
N. (14 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelingseten? Ik: Pasta. N.: Ok, dan neem ik donderdag pasta voor u mee! Ik ben benieuwd… Morgen is het donderdag en C. (14 jaar) vulde aan: Ze doet het echt hoor!