Leerling I: “Mevrouw?” … Leerling I: “Mevrouw? Hallo??” Ik fluister: “Ik negeer je…” Leerling I.: “Waarom?” Leerling L.: “Ze is er niet hè, als de stagiair les geeft.” Leerling I: “Oh, ze is er niet. Waar is mevrouw Schoonemann dan?”
Ga verder met lezen …