“Het hoeft niet morgen af hè!” De afgelopen drie dagen maakten de eindexamenleerlingen herkansingen. De laatste schoolexamencijfers worden zo vastgelegd. “Mevrouw, wanneer heeft u de herkansingen nagekeken?” “Ik denk morgen, ik was het afgelopen weekend en gisteren heel druk met jullie voorbereidingen op de herkansingen. Dus ik wilde vanavond eigenlijk even niet werken…” “Dat moet u ook doen, het hóeft[…]

Ga verder met lezen …

Ik doe de administratie en voer in wie aan- en afwezig zijn: “Even kijken, A., B. en C. zijn er niet?” Leerling J. (13 jaar): “Ja, die zijn ziek. En ik ben er morgen niet!” Ik kijk op. Leerling J.: “Ha! Dan is het zaterdag!”

Ga verder met lezen …

Ik sluit de les altijd af met gedag zeggen. Leerling: “Doeg mevrouw. Fijne vvvv…. uhhhh….” Ik hoor wat hij bijna wilde zeggen: “Fijne vakantie jongen!” Klasgenoot haakt daar leuk op in: “Fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar!” Ik: “En tot morgen!”

Ga verder met lezen …

Leerling B. (14 jaar), bij het inleveren van de toets: … “Wanneer heeft u deze toets nagekeken?” Ik: “Dat weet ik niet, ik kan de toekomst niet voorspellen…” Leerling B.: “Ik wel.” Ik: “Wanneer heb ik de toets nagekeken dan?” Leerling B.: “Morgen.” [laat stilte vallen en vult dan zachtjes aan] “Hoop ik.”

Ga verder met lezen …

Leerling N. (13 jaar): Moeten we morgen allemaal om half negen op school zijn? Andere leerling: Ja. Leerling N.: Ik weet nou niet of ik dat red ??. Ben denk nog in mijn bed maar ga proberen te vregen of mijn ouders mij wakker maken. Ik: Begin je nooit eerste uur ofzo? Leerling N.: Jawel, maar dan zijn mijn ouders[…]

Ga verder met lezen …