Mevrouw, ik heb een cadeautje voor u. Ik was dit weekend in Parijs en heb dit voor u meegenomen.
Ga verder met lezen …
Mevrouw, ik heb een cadeautje voor u. Ik was dit weekend in Parijs en heb dit voor u meegenomen.
Mevrouw, ik heb een cadeautje voor u. Ik was dit weekend in Parijs en heb dit voor u meegenomen.
S. (14 jaar): Ik zag u in de krant staan! Ik: Dat kan kloppen. S.: Weet u wat ik toen met die krant gedaan heb? Ik: Lezen, inlijsten en boven je bed hangen? S.: Nee… Verbrand! S.: Grapje! Ik heb er niets mee gedaan, niet eens gelezen!
S. (14 jaar): Ik zag u in de krant staan! Ik: Dat kan kloppen. S.: Weet u wat ik toen met die krant gedaan heb? Ik: Lezen, inlijsten en boven je bed hangen? S.: Nee… Verbrand! S.: Grapje! Ik heb er niets mee gedaan, niet eens gelezen!