Dag 126 – “The escapist” Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van dinsdag 10 november. The day after, toch ook wel spannend. Ik heb mezelf alle rust gegeven gisteravond en ben tegen al mijn routines in, op tijd naar bed gegaan. De hoop om dan fit wakker te worden, was helaas vergeefs. Wakker worden was het probleem niet, want dit[…]
Tag: afwezig
Ik doe de administratie en voer in wie aan- en afwezig zijn: “Even kijken, A., B. en C. zijn er niet?” Leerling J. (13 jaar): “Ja, die zijn ziek. En ik ben er morgen niet!” Ik kijk op. Leerling J.: “Ha! Dan is het zaterdag!”
Ik ben wat eerder in het lokaal om mij voor te bereiden. Mijn blik valt van achter het bureau op de rest van het lokaal. Het voelt gek maar ik kan mijn vinger er niet opleggen waarom. Totdat een collega een praatje komt maken: “Waarom heb je twee tafels minder in deze rij?” Ik heb een klein aha momentje. Dat[…]
Het is ook nooit goed
V. (15 jaar): Mevrouw, waar was u vanmorgen. Ik: Ik had een belangrijke bijeenkomst waardoor ik niet bij de les kon zijn. V.: Daarom liet u ons zomaar in de steek? Ik: Ja eigenlijk wel, erg hè. Sorry. Ik beloof dat ik er morgen tijdens de les gewoon ben. V.: Oh… Jammer!
Het is ook nooit goed
V. (15 jaar): Mevrouw, waar was u vanmorgen. Ik: Ik had een belangrijke bijeenkomst waardoor ik niet bij de les kon zijn. V.: Daarom liet u ons zomaar in de steek? Ik: Ja eigenlijk wel, erg hè. Sorry. Ik beloof dat ik er morgen tijdens de les gewoon ben. V.: Oh… Jammer!
Volle klas
Ik: Zijn M. en T. afwezig? O. (14 jaar): Ja, en C. ook. Oh en Sint en de pieten uit het pietenhuis zijn er vandaag ook niet, die komende volgende week pas! Ik: Dat wordt een volle klas, gezellig!
Volle klas
Ik: Zijn M. en T. afwezig? O. (14 jaar): Ja, en C. ook. Oh en Sint en de pieten uit het pietenhuis zijn er vandaag ook niet, die komende volgende week pas! Ik: Dat wordt een volle klas, gezellig!
Wie is er nou afwezig? Zij of ik?
F. (13 jaar): E. en M. zijn er niet vandaag. Ik: En S. toch? S. (13 jaar): Nee, hoor. Ik ben hier, tenminste dat dacht ik… Ik, grappend: Jij zal wel beter weten dan ik of je er bent. Ik dacht dat bij uitdelen van SO ik die van jou terug had gekregen.
Wie is er nou afwezig? Zij of ik?
F. (13 jaar): E. en M. zijn er niet vandaag. Ik: En S. toch? S. (13 jaar): Nee, hoor. Ik ben hier, tenminste dat dacht ik… Ik, grappend: Jij zal wel beter weten dan ik of je er bent. Ik dacht dat bij uitdelen van SO ik die van jou terug had gekregen.