J. (13 jaar) tegen klasgenoot tijdens interview: Hoe kan het dat jij zo snel fietst? Ik: Snel fietst? R. (13 jaar): Ja! Het is echt niet normaal. Als ze fietst is ze net een adelaar, zo snel. Ik: Ze lijkt op een adelaar? R.: Ja jeweetwel die hele snelle vogel die loopt. Ze lijkt dan op een struisvogel, ook goed.
Ga verder met lezen …