Ik: D., wil je alsjeblieft wat zachter praten! Niet iedereen hoeft te horen welke opdrachten jij hebt gemaakt.
D. (13 jaar): Ja, ik praat een beetje luid. Ik zal onderstreept fluisterend praten!
Ik: D., wil je alsjeblieft wat zachter praten! Niet iedereen hoeft te horen welke opdrachten jij hebt gemaakt.
D. (13 jaar): Ja, ik praat een beetje luid. Ik zal onderstreept fluisterend praten!