Dag 127 – “Follow the leader”

Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van woensdag 11 november.

Leiderschap. Ging afgelopen maandag mijn opleiding over leiderschap, gaat het gesprek op school er ook regelmatig over. De ene week iets meer dan de ander. Bijvoorbeeld als de roof on fire staat.

Leiderschap op een school kan gaan over taken die docenten doen en waarbij zij de leiding moeten nemen. Of over voorzitters van docententeams die de leiding moeten nemen op hun vergaderingen voor te zitten, zonder een officiële leidinggevende die aanwezig is.

Het kan ook gaan over de schoolleiding, of de wegvallende schoolleider waardoor de schoolleider in opleiding het diepe in gegooid wordt. Of over de ondersteuning die ingehuurd wordt. Of als de beslissing genomen moet worden dat er interim-leiding aangesteld wordt.

Toch zijn veel van de gesprekken over leiderschap in het onderwijs terug te leiden naar één ding: lesgeven. Als docent leidt je een klas, hopelijk zonder teveel lijden. Leiden met de juiste ei, zeg ik altijd. Als docent hebben we een klas van 30 leiding te geven en daar zijn veel parallellen te trekken met het leiderschap dat buiten het lokaal plaats vindt of dient plaats te vinden.

Tijdens de training van vandaag kwam het gesprek over aardrijkskunde, ik erkende dat het nooit mijn vak was of is geworden. “Kwam dat dan door het vak of door de docent?”, waarop mijn reactie was dat het met beide te maken heeft. Ieder kind, ieder mens heeft vakken waar hij meer of minder mee heeft. Een docent kan hier wel het verschil in maken, hoe de docent je door de leerstof leidt heeft zeker effect in hoe jij het vak en de lessen ervaart. Geen enkele docent had er voor kunnen zorgen dat ik graag aardrijkskunde was gaan studeren, maar docenten hadden wel het verschil kunnen maken hoe ik terug zou kijken op een vak, kunnen voorkomen dat ik een dansje deed toen mijn laatste les geschiedenis was afgelopen.

Toen mijn leerling, tijdens de les van een stagiair, vroeg: “hoe lang moeten we nog?” kon ik het niet laten om te vragen of ze zo ook over mijn les zou praten. In haar geval moest ze toegeven dat ze ook over mijn les zo sprak, maar over elke les. Het zette mij wel aan het denken. School moet en school hoeft niet leuk te zijn. Ik kom mijn bed niet uit om aardig gevonden te worden, en veel van mijn leerlingen vonden mij vandaag misschien ook niet aardig. Toch moeten we het samen doen en is het aan mij om zo leiding te geven dat er wel leerplezier is, wat voor mij iets anders betekent dan dat alles leuk en aardig moet zijn.

Leiding geven en les geven is voor mij ook ruimte geven. Uitleggen wat ons gezamenlijke doel is en aangeven wat er volgens mij moet gebeuren om dit te bereiken. Ik leg daardoor veel uit, naast de lesinhoud die er te bespreken is. Als je weet wat het doel is en het waarom, dan is het daadwerkelijk doen makkelijker. Zelfstandigheid, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid zijn hier voor mij belangrijke leenwoorden. Dingen die ik ook verwacht te krijgen van een leidinggevende, zal ik altijd proberen ook te geven.

Lukt mij dit altijd? Zeker niet. Is een intentie dan genoeg? Helaas niet. Ik hoop dan maar dat ik vaak genoeg wel slaag in mijn missie, in mijn uitleg, dat ik mijn doelen bereik. De why, de how en de what. In gesprekken met collega’s die ik coach komt het vaak aan bod: practice what you preach and show what you feel.

Veel docenten hebben bepaalde normen en waarden die zij belangrijker vinden dan een collega, dingen die voor hun als individu een speciale lading hebben. Voor die dingen is het heel belangrijk dat je dit ook uitstraalt, dat iedereen kan zien en voelen waar je voor staat. En dat ze niet alleen duidelijk worden als je ze uitlegt, maar dat ze uit elke porie van jou lijken te komen. Als je gezien worden belangrijk vindt, loop je niet van een leerling weg als hij tegen je praat. Als je elkaar uit laten praten hoog hebt zitten, onderbreek je ook de leerling niet. Normen en waarden zijn een two way street, wat jij verwacht moet jij ook laten zien.

Zo geven we allemaal elke dag leiding en moeten we regelmatig even stil staan bij het feit of je nog steeds uitstraalt wat jij ook wil uitstralen, doe je nog steeds wat je zegt. Hierop reflecteren maakt je alleen maar een betere leider. En een goede leider wil je zijn, want een goede leider wil je volgen, wil je helpen en brengt je (leer)plezier in je (school)vak. Als docent. Als schoolleider. Als voorzitter. Als begeleider. Als wie dan ook in het onderwijs. Als je roof on fire staat, of gewoon onder normale omstandigheden.

The roof, the roof the roof is our fire.

[Chorus]

Follow the leader, leader, leader follow the leader. [Repeat: x4]

Up, down, up, down, everybody up, down, up, down.

And now one hand in the air, and turn from the left to the right.

Left, right [Repeat: x12]

[Chorus]

Turn for the left, turn for the right, turn for the left, turn for the right. [Repeat: x2]

Clap, and wait

Clap, and wait [Repeat: x2]

[Chorus]

Now repeat after me, you repeat after me.

Say I love soca

(I love soca)

Say I love soca

(I love soca)

Now somebody, anybody everybody scream.

[Chorus]

Now we jump on the way, are you ready for jump?

One, two, one two three four.

Jump and wave, jump and wave, jump and wave, jump, jump, jump, jump. [Repeat: x2]

Sing

[Chorus]

The roof the roof the roof is our fire, we don’t need no watherlander, yeah.

[Chorus]

And scream

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *