Ik geef tegenwoordig ook het vak projectklas, een vak waar leerlingen zelf groepjes maken, een opdracht kiezen uit een aanbod van diverse opdrachten en bepalen hoe ze dat gaan uitvoeren en wat het gaat worden.
Een creatief vak, waar aan veel algemene vaardigheden wordt gewerkt zoals plannen, organiseren, presenteren, samenwerken en reflecteren.
Ik beleid zo een groep van 28 leerlingen dan 4 uur per week met allerlei diverse vaardigheden, de een leer ik hoe hij zijn zaagtechniek kan verbeteren, de ander help ik iets te maken in PowerPoint, weer een ander coach ik bij het evalueren en reflecteren op de samenwerking en het eindresultaat.
Een van de groepjes heeft gekozen om ook de 3D-printer in te zetten. Ze gingen zelf op ontdekkingstocht in het ontwerpen van tafels en stoelen in het ontwerp programma en samen met mij hebben we dit in een printopdracht omgezet. We lopen naar de 3Dprinter om de opdracht aan te zetten.
Ik: “De printer is er vandaag weer, hij was weg voor reparatie.”
Leerling J. (12 jaar): “Dan kunnen we dus printen! Ik had gister nog gekeken maar hij was er niet!”
Ik: “Nee, klopt. De printer was verstopt.”
Leerling J. kan het niet laten: “Verstopt? Oh, waar was hij verstopt dan? Heeft u hem weer gevonden?”
Te flauw. Maar ik moest toch lachen. Gelukkig had ik de printer weer ontstopt, of dus eigenlijk gewoon weer terug gevonden 😉
Bron foto: pixabay.com