Leerling M. (14 jaar): “Weet u wat ik echt zo knap van u vindt?”
Ik kijk vragend
Leerling M.: “Als u zelf een echt goede grap maakt, dan lacht u niet. Als ik een grap maak die veel minder grappig is dan die van u dan moet ik zelf altijd al heel hard lachen. U blijft gewoon heel droog kijken.”
Ik, heel droog: “Misschien zijn het dan wel helemaal geen grappen…”
Collega: “Misschien denken wij dat het grappen zijn maar is ze eigenlijk gewoon heel onaardig.”