Leerling 1: Heeft u de toets al nagekeken?
Ik: Nee.
Leerling 1: Maar het is al twee dagen geleden
Leerling 2: Ze heeft twee weken de tijd.
Ik: Ik had ook wat ander werk te doen.
Leerling 1: Zoals wat? Vindt u nakijken eigenlijk leuk?
Ik: Nou… het is niet bepaald leukste deel van mijn werk.
Leerling 1: Maar waarom bent u dan juf als u nakijken niet leuk vindt