De docente op bezoek

Een rooster vol met gaten en ik zit op mijn vrije dag op de fiets richting het zorgcentrum. Beide opvallend en ogenschijnlijk niet met elkaar verbonden, maar dat zijn ze wel. Bij ons op school lopen de leerlingen uit de tweede klas een Maatschappelijke Stage en dat is in deze week. Mijn lessen aan klas twee gaan niet door en ik mag in plaats daarvan op stagebezoek.

“Maatschappelijke stage houdt in dat jongeren in het voortgezet onderwijs minimaal 30 uur vrijwilligerswerk doen als onderdeel van hun schoolcarrière. Op deze manier leren ze hun directe omgeving op een andere manier kennen en leveren ze een actieve bijdrage aan de samenleving.” – bron: maatschappelijkestage.nl

Tien leerlingen, drie bedrijven en maar één adres. Voordat ik weg ging alles op een rijtje gezet, wie ga ik waar opzoeken, wie is de begeleider en waar begin ik in verband met stage uren. Ondanks de voorbereiding bereid ik mij op de fiets alvast er op voor dat het een ware zoektocht wordt, zeker omdat ik niet eens wist dat er drie ‘bedrijven’ in dat gebouw zaten.

Zodra ik mijn fiets parkeer en de deur binnenstap krijg ik meteen al ongelijk, vier van de tien leerlingen zitten in de hal met grote postelastieken te schieten op twee grote vazen. Dit welkomstcomité hoefde ik dus niet te zoeken en ik krijg een warm welkom met: “Nee hè, u komt toch niet langs in onze pauze!”.

Om deze arme jongens maar te ontzien begin ik bij de leerlingen die stage lopen bij het kinderdagverblijf, de mannen wijzen mij vanaf hun bankje nog even galant de weg. De twee meiden hebben het daar naar hun zin maar vertellen wel dat ze vandaag erg moe zijn omdat de kinderen gister erg druk waren. “Druk? Dat viel nog reuze mee hoor”, vult de stagebegeleider aan. Ze richt zich tot mij en vertelt dat de ene combinatie van kinderen nou eenmaal meer aandacht vraagt dan een andere combinatie. Ik zag haar even nadenken en dat sluit ze af met “maar dat hoef ik jou natuurlijk niet uit te leggen”.

Zij gaan lekker naar buiten met de kleintjes en ik ga op zoek naar het volgende verzorgende duo en de gesloten afdeling van het zorgcentrum. Onderweg kom ik een moeder tegen die toevallig naar dezelfde afdeling moet en mij de weg wijst en zo kom ik snel op de juiste afdeling, maar waar zijn ze nou precies. Na een paar bochten vind ik iemand om hulp aan te vragen, hij brengt mij naar de pauzehoudende stagebegeleider en onderweg vraagt hij mij of het waar is dat de Maatschappelijke Stage afgeschaft wordt.

De verplichting is er vanaf volgend jaar niet meer, maar scholen mogen er nog wel zelf voor kiezen. In de gesprekken met hem, een paar stagebegeleiders en een paar leerlingen komt wel naar voren dat het voor de leerlingen een zeer leerzame week is. Tegelijkertijd moeten we allen erkennen dat het wel wat vraagt van de bedrijven en de begeleiders omdat zij meer tijd/energie investeren dan dat ze meestal terug kunnen krijgen in de korte week.

Het vinden van een stageplek is dan ook niet altijd makkelijk, we zijn aangesloten bij een bemiddelingsbedrijf, omdat als leerlingen bij een bedrijf ze snel worden afgewezen op basis van hun leeftijd en de korte tijdsduur. De leerlingen zonder plek moesten maandag op school acte de présence geven om daar maar aan de slag te gaan. Leerlingen uit het leerjaar daaronder schrikken daar duidelijk van en zijn alvast bezig met de stage: “ik heb al een stageplek voor volgend jaar, ga gewoon in de winkel van mijn oom werken”.

Zo simpel is het helaas niet, want weinig maatschappelijk, maar als ik een van de tweedeklas jongens dan hoor vertellen dat het wel hard werken is zo’n stage, dan weet ik weer waar we het voor doen: de leerlingen leren hier zo veel van. Ze voelen hoe het voelt om wat voor de maatschappij te doen, ze ervaren het werkende leven en kunnen alvast snuffelen aan interessante werkterreinen. Om vervolgens de rest van het jaar weer lekker te genieten van het rustige schoolleven.

Het zien van een docente brengt ze voor hun gevoel alweer een beetje terug, al is het toch wel anders buiten school. Bijna alle meiden die ik spreek zijn in dit gesprek een stuk rustiger dan in ze ken in de gesprekken op school. De jongens kletsen de oren van mijn kop, meer over andere zaken dan over de stage en ze weten veel van mijn tactische vragen (“is het iets wat je later ook zou willen doen, waarom heb je voor deze stage gekozen, hoe gaat het met je stageboekje”) slim te pareren.

“Mevrouw, bent u op de fiets? Dat hoorde ik al in de groepswhatsapp voordat u langs kwam, C. had u zien fietsen!”
“Aah dan kunnen we uw fiets slopen, uhh ik bedoel wassen.”

Gelukkig zie ik de jongens uiteindelijk ook werken (“Jongen, als je zo knipt dan zit je hier volgende week nog te knippen”), maar is dit wat ze willen doen later als ze ‘groot zijn’? “Ik ga leven op een uitkering lekker gratis geld. En anders ga ik dit werk doen: weinig doen en toch rijk worden.” Leg hem nou maar uit dat rijk worden geen dagelijkse gang van zaken is in de zorg. Hij had tenminste wel bewust voor deze plek gekozen terwijl zijn klasgenoot niet verder kwam dan “hij ging hier stage lopen, dus ging ik ook maar hierheen…”

In mijn zoektocht door het gebouw zit ik al gauw op negen van de tien gevonden leerlingen. De laatste was lastiger en vond ik uiteindelijk na het gebouw paar keer doorgelopen te hebben buiten bij de personeelskamer genietend van het zonnetje alsof ze er al jaren werkt. Het is duidelijk, de MAS is geslaagd. En over twee jaar de leerlingen (hopelijk) ook en daarnaast goed voorbereid op het leven en werken in de maatschappij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *