Ik: Om een constante snelheid te hebben op je fiets moet je zorgen dat de nettokracht nul is. Dat je trapt zorgt voor de kracht die meewerkt. Welke krachten werken je tegen?
T. (15 jaar): Wind!
Andere T. (15 jaar): School.
Ik: Dat is toch geen kracht die je tegenwerkt?
Andere T.: Jawel, die zorgt er altijd voor dat ik langzamer ga!