Bloggen is nog geen vloggen
Een vrijdag is geen normale werkdag. Iedereen weet dat het weekend er bijna is. De sfeer is relaxter, er kan meer en daar wordt gebruik van gemaakt.
Vandaag is geen gewone vrijdag. Ik sta voor de klas, het is het eerste uur en ik voel de zenuwen opbouwen in mijn lichaam. Toen ik vanmorgen mijn tas inpakte merkte ik nog niets, zelfs niet toen ik mijn selfiestick in mijn tas deed.
Door het verstrijken van de tijd komt het tweede les uur in zicht en word ik alleen maar zenuwachtiger. De bel gaat. De klas blijft zitten, ze hebben nog een uur van mij. Ik begin mijn les door te vertellen dat ik iets raars aan ze gaan vragen. Voordat ik dat over mijn lippen kreeg moest ik eerst even lachen, de woorden kwamen niet meteen.
De klas is nu geïntrigeerd, ze merken verschil en willen weten wat ik ga vragen.
“Ik moet een filmpje maken, een filmpje waar ik mezelf een soort van in voorstel.”
“Een vlog dus? U wordt vlogger?”
Ik durf het woord niet echt te gebruiken, “naja een filmpje in de stijl van een vlog, ik film mezelf.” Ik heb hun hulp nodig. Naast mijn werk voor de klas ben ik nauw betrokken bij het implementeren van digitale onderwijsontwikkelingen in onze dagelijkse praktijk. Er zal een nieuwe werkgroep starten die ik zal leiden. In een opwelling had ik bedacht om mezelf dan ook op een moderne manier voor te stellen. Gut o gut wat heb ik een spijt op dit moment.
De leerlingen willen maar al te graag helpen, ze vinden het super interessant dat ze in beeld mogen komen. Leerlingen bieden zich spontaan aan om in het weekend het vlog te monteren, niet helemaal mijn plan omdat ik alles gewoon in één spot wil opnemen, ook geen montage nodig. Ze bieden mij een geweldige openingszin aan, die ik beleefd afsla. Ik vertel dat ik op de gang begin en dat ik vervolgens het lokaal zal in lopen om iets te laten zien op de iPad.
“Aahh mevrouw, mag ik mee op de gang?”
“Nee dat durf ik echt niet, ik durf het al bijna niet als ik alleen ben.”
“Maar ik kan u steunen! Ik loop gewoon even langs als een doodnormale leerling.”
“Ik weet niet of iemand daar in trapt… Een doornormale leerling ;-)”
“Nou! Mevrouw! Dat vat ik niet op als een compliment.”
Zonder dat ze het door had heeft ze mij wel degelijk gesteund. Ik ontspan iets en loop met mijn selfiestick naar de gang. Het kost even om moed te verzamelen maar dan ben ik toch echt begonnen. Ik vergeet enthousiast te zijn en ben nog niet mijn eigen naam vergeten. Wat maakt vloggen toch zo spannend? Ik deel alles over mijn leven in schrift, waarom is een korte introductie over mijzelf op film dan zo anders? Ik kan het je niet uitleggen, ik kan het mezelf niet eens uitleggen.
De kop is er af. Redelijk nonchalant loop ik het lokaal in met de camera nog draaiende. De klas zwaait en joelen enthousiast. Een groepje meiden houdt het niet meer en barst in lachen uit. Zonder dat ik het door heb reageer ik zoals ik zou reageren zonder camera in mijn snufferd: “gaat het dames?”. Ze hebben het niet meer, dat is duidelijk.
Ik vertel wat ik moet vertellen, in veel minder woorden dan ik normaal zou gebruiken. Probeer mijn camera te laten draaien zodat ik even het iPad scherm kan laten zien. In mijn ooghoek zie ik de leerlingen seinen, “mevrouw, dat kan niet tijdens het filmen”. Door mijn hoofd schiet een vierletterwoord beginnend met een S. door mijn hoofd. Toch maar de camera uit en de video in drie delen opnemen. De leerlingen kijken voldaan, er zal toch gemonteerd moeten worden.
Op de gang sluit ik het laatste deel van mijn video af. Een paar leerlingen op de gang proberen mij, tevergeefs, gerust te stellen. “Het klonk echt heel goed mevrouw, heel natuurlijk.” Als ik met ze in gesprek ga blijkt dat zij het ook wel eens doen, dat vloggen. “Maar dan praat ik niet hoor… Dat lukt mij echt niet!” Gelukkig, ik sta hier niet helemaal alleen in.
In het lokaal praat ik na met mijn klas. “Mevrouw, heeft u mijn openingszin gebruikt. Yoooooo Schoonemann hier!” De leerlingen die mogen monteren zijn enthousiast. “Ja en dan laten we een bom effect iets ontploffen in beeld en dan hoor je de tekst Schoonemann is the bomb! Dat doen we!” Ik ben benieuwd naar het resultaat, ik zal het merken dit weekend wat het wordt.
“Heeft u wel een SO gedaan naar uw moeder?” Een ESSO?
“Ja, een shoutout!” Helaas moet ik weer een leerling teleurstellen.
De sfeer is weer ontspannen en ook ik ben nu weer relaxt. En die leerling die mijn steun was tijdens het filmpje? Die heeft mij de hele les alleen maar uitgelachen, daar heb je dan wat aan hè? Mijn steun en toeverlaat! “Mevrouw! We hebben wel een groepsselfie nodig voor de start van het filmpje!”, nou dan kan dat er ook nog wel bij!
Blij dat het achter de rug is vordert de werkdag gestaag. Tot het laatste uur. De klas is druk en ik speel het spelletje even mee. Ja, jullie mogen op een andere plek. Ja, laat maar zien dat armpje drukken. Wat? Moet ik tegen hem armpje drukken? Jij zet je geld op mij in? Nou oké dan! “Maar mag ik er dan wel over vloggen?”
En zo was het een vrijdag, een ongewone vrijdag, waar ik opeens in twee “vlogs” (ik durf dat van mij nog steeds geen vlog te noemen) voorkom. Ook zo’n vrijdag overleef je uiteindelijk weer. En dat armpje drukken? Kansloos verloren, maar ach… gelukkig wel minder zenuwachtig ook al werd er gevlogd.