Leerling A: “Fijn weekend mevrouw”.
Leerling B (even later als het lijkt alsof ik ze niet meer hoor): “Waarom zeg je dat, je cijfer wordt zo echt niet hoger hoor…”
Wie weet er nog meer redenen om de docent een fijn weekend te wensen…?
Leerling A: “Fijn weekend mevrouw”.
Leerling B (even later als het lijkt alsof ik ze niet meer hoor): “Waarom zeg je dat, je cijfer wordt zo echt niet hoger hoor…”
Wie weet er nog meer redenen om de docent een fijn weekend te wensen…?