Elke school heeft zijn tradities, zo ook die van mij. Één hiervan is langlaufen met klas 4 in Winterberg. Nadeel van deze traditie is dat je afhankelijk bent van de sneeuw, maar na een paar mislukte jaren mochten we dit jaar weer!
De organisatie ligt bij, hoe kan het ook anders, de gymdocent. Een gymdocent waar je niet zo makkelijk nee tegen kan zeggen, zo gebeurde het dus ook dat ik dit jaar voor het eerst mee ging. Want ja, de gymdocent vond dat het tijd werd dat iemand van de jonge garde mee ging, ik dus.
De dagen voor de trip begonnen de ‘oorlogsverhalen’ van voorgaande jaren mij al een tikje zenuwachtig te maken maar toch durfde ik de bewuste donderdag om 6 uur ’s ochtends de bus in te gaan. Nu was ik net een paar dagen terug uit de sneeuw en mocht ik weer, natuurlijk keek ik dus uit naar de vijf uur durende trip met 80 leerlingen.
Om de (après-)skisfeer er goed in te krijgen begon om 7 uur ’s ochtends al muziek van kwaliteit uit de boxen te knallen, de buschauffeur had er duidelijk zin in. De après ski muziek op vol volume en op naar Duitsland, ik denk niet dat ik ooit eerder de dag zo vroeg met zulke muziek ben begonnen. Voor alles een eerste keer.
De omstandigheden mochten dan anders zijn dan andere dagen, de leerlingen gedroegen zich gewoon vertrouwd. Waardoor een leerling zich na anderhalf uur al afvroeg waar ze eigenlijk haar telefoon kon opladen. Toch raar dat we haar daar niet mee konden helpen, hoe kon zij de dag nu door komen?
Waar we nou eigenlijk heen gingen was niet voor iedereen duidelijk, ja Winterberg. Maar dat ligt toch gewoon in Nederland? Waar in Nederland die berg ligt, ja dat weten ze dan net weer niet.
Heel wat uurtjes later staan we eindelijk allemaal op de smalle lange latten en mogen we oefenen op een ondergesneeuwd voetbalveld. Dit levert al veel lol op maar uiteindelijk komen we allemaal door de keuring van één rondje langlaufen en kunnen we van start op de loipe (heb ik zomaar een nieuw woord geleerd!).
Gymmeester voorop en een lange sliert van 80 leerlingen er achter aan met af en toe een verdwaalde begeleider er tussen. Één van die verdwaalde volwassenen was ik dan, bewust een beetje achteraan. Voor mij was het ook de eerste keer en al met spierpijn in de benen van de eerste hockeytraining de vorige avond vond ik het wel best om niet bij de kopgroep te horen.
Daar ging het dus fout, want ja bij de achterhoede zitten niet alle langlaufhelden. Het lopen zelf was bij de meeste niet het probleem, maar het remmen. Ja, het remmen! Sommige weten denk ik nu nog steeds niet hoe het moet, maar enkele vierde klas mannen hadden daar wel een oplossing voor gevonden. We remmen gewoon niet en we wachten tot we op de persoon voor ons knallen en die remt ons wel af. Helaas, dat was ik dus. Na tien keer dezelfde leerling (twee koppen groter dan ik ben) op mijn rug gehad te hebben en acht keer samen de sneeuw in te vallen wist ik wel dat ik daar uit de buurt moest blijven. Makkelijker gezegd dan gedaan, tussendoor ging bij hem nog even het licht uit toen hij met zijn hoofd op een berg sneeuw lande, toch langzaam maar zeker ging het bij hem ook soepeler.
Sprintje van mevrouw Schoonemann. Dan kon ik tenminste op de latten blijven staan. Zo kwam ik bij een andere groep terecht, dit keer een groep meiden en dat voelde een stuk veiliger (alleen al omdat ze kleiner zijn en dus minder hard aankomen!). Samen een paar herten gespot, waardoor eentje zich begon af te vragen wat hier eigenlijk allemaal in het bos leeft.
“Leven hier ook olifanten? Want die leven in Nederland toch ook?”
“Ja maar hier ligt sneeuw!”
“Nou en? Het kunnen toch winter olifanten zijn?”
Ik heb ze maar gerust gesteld dat hier toch echt geen olifanten zijn, want deze gedachte was blijkbaar niet te verdragen. Dat er wel wolven konden zijn was nou net weer minder indrukwekkend (vond ik toch weer enger dan).
De middengroep ging meer wandelen met ski’s op de nek dan langlaufen omdat sommige stukken toch écht veel te moeilijk waren voor ze (vinden ze zelf) en het veel vermoeiender was dan ze dachten.
“Sjonge, het is wel lang laufen zeg!”
Hierdoor kwamen we een groep jongens tegen die toch weer heel anders naar de sneeuw keek dan ik.
“Kijk al dat witte, stel dat dit coke was. Hoe rijk zou ik dan zijn? Echt wel miljarden. Nee wacht, wat is meer dan miljarden? Ik zou dan echt triljarden zijn ofzo.”
Snel weg, voordat ze iets scheikundigs over coke gaan vragen. Weer een sprintje van mevrouw Schoonemann.
Zo kwamen we bijna allemaal op onze ski’s weer terug op het langlauf- uhh voetbalveld, dan sla ik het stuk van de lunch en de politie voor het gemak even over, en mochten we nog even ‘chillen’ voordat we naar het restaurant gingen en daarna met de bus terug richting Nederland.
Als je weer in de bus zit heb je er een dag van ongeveer 14 uur opzitten, wij naïeve docenten verwachten dan dus een bus vol met slapende leerlingen. Helaas… Gelukkig worden de gesprekken wel wat rustiger en soms ook serieuzer.
“Je repeteert je eigen gedrag op anderen. Als jij vreemd gaat dan denk je dat iedereen vreemd gaat.”
“Nou en dat iedereen vreemd gaat, dat boeit toch niet?”
Uhm… Ik kijk snel de andere kant op, ze willen vast niet dat ik nog meer hoor.
Half één ’s nachts, of ’s avonds hangt er vanaf aan wie je het vraagt, zijn we (eindelijk?) weer in de buurt van de school. Waarop een leerling de dag mooi afsluit met:
“Als je nu terugdenkt aan het langlaufen, dan lijkt dat toch een paar dagen geleden?”