Ik: Ga je beginnen aan de opdrachten?
Leerling: Het boeit mij echt niet meer. Blijf toch zitten.
Ik: Zo makkelijk geef ik jou niet op!
Leerling: Hoor je dat, ze geeft ons op. Nu mogen we een spelletje spelen, ze geeft ons op voor een spelletje
Ik: Nee, ik zei dat ik je niƩt opgeef. Ik heb er vertrouwen in dat alles nog kan.
Leerling opent schrift en begint voorzichtig met de opdrachten.