N. (14 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelingseten?
Ik: Pasta.
N.: Ok, dan neem ik donderdag pasta voor u mee!
Ik ben benieuwd… Morgen is het donderdag en C. (14 jaar) vulde aan: Ze doet het echt hoor!
N. (14 jaar): Mevrouw, wat is uw lievelingseten?
Ik: Pasta.
N.: Ok, dan neem ik donderdag pasta voor u mee!
Ik ben benieuwd… Morgen is het donderdag en C. (14 jaar) vulde aan: Ze doet het echt hoor!